Maandag 1 mei 2152, Neely,
Ik haat zeewierjelly. Mijn moeder had het gister gemaakt omdat ik geslaagd ben. Ik haat het gemeenschapshuis. Ik zou willen dat mijn ouders me niet meer als een kind behandelden en me zelf lieten kiezen of en wanneer ik er naartoe ga. Ze zeggen dat ik mee moet zolang ik thuis woon. Ze zeggen dat niemand hier kan overleven zonder gemeenschap en dat ik nu maar eens volwassen moet worden.
Donderdag 4 mei 2152, Neely, Marie Byrdland
Gisteren toch maar weer naar het gemeenschapshuis. De enige andere opties ’s avonds zijn de kantine van de algenraffinaderij, maar mijn vader had dienst, of het biomassapompstation, maar het sneeuwde en je mag daar niet binnen blijven hangen. Iedereen in het gemeenschapshuis had natuurlijk te veel
‘De opeenvolgende black-outs zijn de zondvloed van onze tijd, natuurlijk.’
Maandag 8 mei 2152, Neely, Marie Byrdland
Ik zou heel graag een postzegel uit Amenthes2Amenthes verwijst naar de Amenthes quadrangle, het gebied van waaruit de nog zeer langzaam op gang komende kolonisatie van Mars is begonnen. willen. Sowieso postzegels van Mars. Je zou denken dat tegenwoordig alles digitaal gaat, maar vanwege de lange afstand is het toch veiliger gebleken heel officiële documenten op papier te bewaren. Daarom zijn ze ook zo zeldzaam. De opeenvolgende black-outs zijn de zondvloed van onze tijd, natuurlijk. Bij nader inzien gaat deze vergelijking nogal mank aangezien we al midden in een zondvloed van onze tijd zitten. Hoe dan ook, mijn oom werkt op Mars en ik hoop dat hij me ooit zo een postzegel kan bezorgen. Ik kijk vaak in de hemel of ik de rooie ster bij de horizon kan zien. Denk niet dat ik er ooit meer van zal zien dan dat. Zo’n stukje papier vasthouden geeft het idee dat de wereld misschien echt wel groter is. Ik ben nog nooit buiten dit dorp geweest en ik weet dat het gek klinkt, maar soms twijfel ik of wat we op onze schermen zien wel echt bestaat of heeft bestaan, ergens.
Zaterdag 20 mei 2152, Neely, Marie Byrdland
Als nog één persoon me vraagt wat ik nu ga doen, na mijn eindexamen, ga ik denk ik gillen. Ik zit vast in dit godvergeten gat op het smeltende permafrost en mensen stellen de vraag alsof de Melkweg voor me open ligt.
Mijn beste vriendin Ayshe gaat naar
Ik ben nog nooit buiten dit dorp geweest en ik weet dat het gek klinkt, maar soms twijfel ik of wat we op onze schermen zien wel echt bestaat of heeft bestaan, ergens.
Ayshe heeft haar eindexamen heel goed gedaan. Ze is de laatste jaren ook tamelijk gelovig geworden. Ik plaag haar altijd met de vraag of ze niet hoeft te vasten als de ramadan in juni valt. Elke keer legt ze me weer bloedserieus uit dat er een fatwa is en ze de tijden mag aanhouden van het dichtstbijzijnde islamitische land of Mekka. Dan rol ik met m’n ogen, want dat weet ik ondertussen ook wel.
Eigenlijk zagen we elkaar de laatste tijd niet zo veel meer. Asyhe ging een hoofddoek dragen en steeds strikter de religieuze voorschriften volgen. Ik hing rond met de leerlingen een jaar boven ons. We stalen bio-ethanol uit de raffinaderij. Er was altijd wel een ouder aan het slapen na een nachtdienst, waarvan we een sleutel konden jatten om het terrein op te komen. We mixten de ethanol met water en dronken het achter het pompstation. Maar soms ging ik nog naar Ayshe, om na school series te kijken, zoals vroeger. We keken dan weer samen naar die oeroude afleveringen van Heartbreak High en dan zei Ayshe dat dat eigenlijk hetzelfde was als Jane Austen lezen.
Vrijdag 2 juni 2152, Neely, Marie Byrdland
Ik heb nooit de banaliteit van natuurschoon kunnen waarderen, totdat iemand me erop wees en nog steeds vind ik het een schrale troost. Maar nu het nauwelijks licht wordt, mis zelfs ik het uitzicht op onze vuilgrijze bergen met korstmos. Godzijdank zijn we door het donker voor even van die muggen verlost.
Woensdag 5 juli 2152, Neely, Marie Byrdland
Vandaag weer zeewierburgers met zeewiersaus. Voor de verandering met een salade van lamsoor en kasradijsjes, ook niet echt lekker. Mijn moeder werd heel boos toen ze me met lange tanden zag eten en zei dat ik niet zo verwend moest doen. ‘Toen zij klein was hadden ze alleen maar astronautenmix aangelengd met lauw water.’ Haar ouders waren een van de eerste migranten hier, nog voor de zeewierbusiness van de grond kwam. Ze woonden nog net niet in een plaggenhut, als ik haar moet geloven. Vroeger had ik daar allemaal idyllische beelden bij, dat ze een soort jeugd als in Het kleine huis op de prairie had gehad. Maar waarschijnlijk woonde ze gewoon met meerdere families opgepropt in zo’n halfronde golfplaat-hangar. Er staan er nog steeds een paar, net buiten het dorp. Bitter koud en altijd klam van binnen.
Zondag 2 september 2152, Neely, Marie Byrdland
Morgen ga ik beginnen in ploegendienst. Mijn vader heeft een baantje voor me geritseld bij de algenraffinaderij.