Het lag binnen mijn bereik, de weg terug naar mijn wortels, in een boot, naar het zwarte continent waar mijn voorouders hun karige gerechten aten en hun verloren goden aanbaden. Maar wat had het een prijs.
Het begon allemaal twintig jaar geleden. Ik was vijf, de klok tikt het jaar 2099. Een nieuwe spirituele groep in de menselijke geschiedenis krijgt het meest zuidelijk gelegen deel van Antarctica toegewezen door
‘Als je het per wet verboden gerucht moet geloven, dan hadden zij juist de financiële middelen om de grote overstroming te voorkomen.’
De bouw van Zuid-Antarctica, nu Zuid-Gondwana genoemd, begon met een simpele schets in de Duitse miljoenenstad Emmen2De grote overstroming van 2080 verwijst eigenlijk naar twee natuurrampen. Een in Europa en een in Noord-Amerika. Hierbij overstroomden 52 grote en middelgrote steden, beide door de combinatie van een springvloed en een orkaan. In Nederland werden Zeeland en de haven van Rotterdam ernstig getroffen. Het Westland – waar veel Nederlands voedsel wordt gekweekt – kwam onder water te staan. Economisch en bestuurlijk verzwakt, koos Nederland ervoor zich aan te sluiten bij het Duitse Rijk. Gelukkig wisten de vier grote technische universiteiten van Nederland hun krachten te bundelen en een wereldinstelling in Emmen op te richten, een miljoenenstad met Randstedelijke allure., in een zwaarbeveiligde villa-Slat, tegenover de Noordzee. Mozarts Requiem klonk door de muren van de villa. De geestelijk ouders van Zuid-Gondwana, miljardairs B. Slat jr. en E. Musk jr., geven een instructie over de functie van de zuidelijke kolonie terwijl professor Hei Li Chin van de prestigieuze Technische Universiteit Drenthe notities maakte. Het jaar daarop, in 2099, wist de professor namens de Mensonge-groep het plan over Zuid-Gondwana te presenteren bij de algemene vergadering van de Stedenbond in Singapore, de politieke hoofdstad van het Chinese keizerrijk.
De handarbeid volgde. Iedere migrant uit het zwarte continent (nu een kolonie van het Chinese rijk) die uit wanhoop ‘illegaal’ toegang probeerde te krijgen tot het Amerikaanse of Duitse Rijk, werd niet meer in een detentiecentrum geplaatst, maar kreeg meteen een levenscontract aangeboden, conform het internationale pact voor migratie en ontwikkeling, geratificeerd door de vijf keizerrijken die het permanent bestuur van de Stedenbond vormen. In ruil voor handarbeid kreeg een ‘illegale migrant’ de kans om aan een nieuwe kolonie te werken. Het salaris werd aan achtergebleven familieleden overgemaakt, die ook gratis onderwijs en eten kregen. Twee achtergebleven familieleden (vaak kinderen) kregen dezelfde rechten als de burgers van het Duitse en Amerikaanse Rijk. Mijn vader Lu Ofeke Dangote werd in 2100 op de Middellandse Oceaan gearresteerd toen hij het Duitse keizerrijk illegaal per boot probeerde te bereiken. Ook hij kreeg meteen een levenscontract aangeboden. Hij werd op een ander vervoermiddel overgeplaatst, een ‘cruiseschip’ waar hij een eigen kooi kreeg. Zeven dagen duurde de reis naar het koude continent, waarbij rust en stilte waardevoller waren dan goud.
‘Het artikel bevestigde het beeld dat al jaren als samenzweringstheorie en fake news werd bestempeld.’
De officiële versie van het verhaal begon vijf jaar geleden te kantelen, nadat The New York Times3De ondergedoken krant die de overstroming van 2085 overleefde, ondanks het feit dat New York van de kaart werd geveegd, wordt niet lichtzinnig genomen. Het medialandschap is radicaal veranderd, en betrouwbare informatie is moeilijk te vinden. Doordat de krant op papier wordt uitgegeven, vanuit een geheime locatie, heeft The New York Times een gerespecteerd imago en wordt hij door activisten stiekem geconsumeerd. een artikel publiceerde onder de titel ‘De prijs van Zuid-Gondwana’. Het artikel bevestigde het beeld dat al jaren als samenzweringstheorie en fake news werd bestempeld. Ik groeide op met de gedachte dat mijn vader en alle andere ‘Zuid-Gondwanese helden’ vrijwillig een levenscontract hadden getekend zodat hun overgebleven kinderen een fatsoenlijk leven en een paspoort van het Duitse of het Amerikaanse Rijk konden krijgen. Dat was de reden waarom ik computerwetenschappen in Emmen kon studeren. Ik groeide op met het geloof dat mijn vader voor een enkeltje Zuid-Gondwana koos, zodat ik een menswaardig leven kon leiden.
Nadat ze uit hun toegewezen kooi op het cruiseschip werden gehaald, kregen zij de
‘Hun lichamen verdwenen in het ijs, hun botten veranderden in onzichtbare as.’
Ik groeide op in de Xi-Jinping-stad, vroeger ook bekend als Lagos. Het regende zes maanden per jaar – hevig. Daarna volgden zes maanden zonder enige regen. De gemiddelde temperatuur lag rond de vijftig graden, het hele jaar door. De overgrote meerderheid overleed niet van de honger vanwege de kilizorine, een pil die in Emmen is ontwikkeld en een week lang de honger uit het lichaam haalt. Het werd als noodhulp in het zwarte continent uitgedeeld. Toen mijn vader het levenscontract tekende, hoefde ik niet meer op de pil te leven. Ineens waren appels, druiven, aardappels, brood en komkommers in overvloed beschikbaar. Ineens mocht ik met vrienden afspreken om samen te eten, mits hun ouders ook een levenscontract kregen. Toen de buren zagen hoe ons leven was veranderd, probeerden hun broers en vaders ook ‘illegaal’ naar de Duitse en Amerikaanse keizerrijken te reizen, waarna ze door de politie werden onderschept. Ook zij belandden in de kooien op het cruiseschip, kregen de licerine ingespoten om daarna zware arbeid te verrichten, zodat de droom van Slat en Musk werkelijkheid kon worden: de creatie van een stadstaat zonder wifi- en 20G-netwerk, waar de gewaardeerde leden van Mensonge-groep hun welverdiende rust en stilte konden vinden.
Maar de Mensonge-groep heeft een paar foutjes over het hoofd gezien. Ten eerste had zij mij nooit toegang tot hun beste onderwijs moeten bieden als compensatie voor hun daden. Ten tweede hadden zij nooit hun verwarmingssysteem van een computermodel moeten laten afhangen. En ten derde hadden zij nooit het kind van een tot slaaf gemaakte, want zo noem ik mijzelf, toegang moeten verlenen tot Zuid-Gondwana. Want na de reeks publicaties van de New York Times wist ik het zeker: het is maar een kwestie van tijd voordat ik op de knop druk.
Gisteren, na een intensieve twee maanden van programmering, deed ik het; ik drukte op de knop. Er woonde tot gisteren 502.755 mensen in Zuid-Gondwana, genietende van hun welverdiende stilte, omdat ze rijk en gestoord genoeg waren om jaarlijks vijf miljoen Duitse euro aan belasting te betalen aan Slat en Musk. Ik drukte op de knop, omdat ik hen een permanente stilte en rust gunde. Het verwarmingssysteem stopte, de goed beveiligde villa’s werden door een lawine van ijs bedekt. De lichamen en boten van de bewoners verdwenen, als onzichtbare as in het ijs van het zuidelijke continent.
De overgebleven gedwongen arbeiders hebben inmiddels hun fabrieken achtergelaten en zijn het cruiseschip ingestapt. Ik ben de kapitein – ze krijgen dit keer geen kooi, maar een warme kamer en een fatsoenlijk bed. We zoeken onze weg terug naar het zwarte continent waar mijn voorouders hun karige gerechten aten en hun verloren goden aanbaden.