Tot bijna halverwege de 21e eeuw was Antarctica het enige continent waar identiteitspapieren overbodig waren. Wie er aankwam, werd al lang verwacht. Het continent vormde daarmee een schril contrast met de rest van de wereld, waar identiteitscontroles steeds scherper werden. Het tegenwoordige Antarctica valt niet te begrijpen zonder inzicht in de wijze waarop de met elkaar verweven definities van misdaad, kennis en burgerschap sinds de kolonisatie zijn veranderd.
Wie zich voor de kolonisatie op Antarctica bevond, viel volgens het Verdrag van Antarctica onder de jurisdictie van zijn of haar land van herkomst. Terwijl Antarctica in die tijd niet bepaald bekend stond om hoge misdaadcijfers, werd er af en toe wel degelijk geweld gepleegd. Ernstiger misdaden waren doorgaans gerelateerd aan de isolatie en verveling waarmee bewoners van Antarctica destijds te maken hadden.1Zo viel in 2018 een Russische wetenschapper op het afgelegen
Lange tijd de enige bekende moord op Antarctica was de methanolvergiftiging van een Australische astrofysicus. Zelfmoord, of een ongeluk door het zelf stoken van alcohol werden aanvankelijk als mogelijke oorzaken gezien, maar konden al snel worden uitgesloten. Het uiteindelijke moordonderzoek werd bemoeilijkt door een territoriaal conflict: het Amundsen-Scott-station was in Amerikaanse handen, maar de grond waarop het stond werd geclaimd door Nieuw-Zeeland.
Eerder onderzoek van
Hoewel geweldsuitbarstingen zoals hierboven beschreven zelden voorkwamen, zijn ze toch cruciaal om de figuur van de wetenschapper te begrijpen. Met name in de winter waren wetenschappers op Antarctica min of meer opgesloten in het donker dat hen omringde, een van de meer uitgestrekte ‘gevangenissen’ in de geschiedenis van de mensheid.
Dit was sterk symbolisch, aangezien de grote meerderheid van de wetenschappers zich destijds nog identificeerde met idealen uit de Verlichting, een Europese periode van wetenschappelijke vernieuwing die in de achttiende eeuw was ingezet.
Objectiviteit speelde hierin een sleutelrol; de wetenschapper werd geacht zichzelf uit te schakelen, zo mechanisch mogelijk de werkelijkheid te observeren, generaliseerbare conclusies te trekken en daarmee de wereld ‘op te helderen’. Wetenschappers kregen in de 20e en 21e eeuw een rol toebedeeld die in eerdere eeuwen aan religie voorbehouden was geweest.2Dikwijls had deze rol ook Cassandra-achtige trekken, zoals in het geval van de zogenoemde IPCC-rapporten, die eind 20e en begin 21e eeuw in steeds dreigender bewoordingen werden opgesteld, lange tijd zonder effect. In 2019 waarschuwden elfduizend klimaatwetenschappers voor ‘ongekend lijden’ – een stijlbreuk met het strikt zakelijke taalgebruik dat doorgaans werd gebruikt. De waarschuwing bleef opnieuw zonder gevolgen. Bronnen suggereren dat het hieruit volgende gevoel van marginalisering en machteloosheid een belangrijke oorzaak was van de golf terroristische aanslagen die halverwege de 21e eeuw door wetenschappers werd gepleegd. (Historisch onderzoek hiernaar wordt bemoeilijkt doordat veel van de originele communicatie is aangetast door bitrot). Dat ook zij niet altijd bestand bleken tegen het donker om hen heen, is achteraf bezien veelzeggend.
De wetenschap beperkte zich destijds dus tot generaliseerbare waarnemingen en ontzegde zichzelf en de samenleving daarmee nog grotendeels de toegang tot de eveneens cruciale kennis die verbonden is aan de unieke ervaring van plaats. Leggen we de ontwikkelingen op het gebied van burgerschap daarnaast, dan blijken daar twee tegenstrijdige ontwikkelingen gaande.
"Dat ook wetenschappers niet altijd bestand bleken tegen het donker om hen heen, is achteraf bezien veelzeggend."
Tot de eerste kolonisten van Antarctica behoorden voormalige inwoners van belastingparadijs Vanuatu, een eilandnatie in Oceanië. Vanuatu, dat al in de twintigste eeuw werd geteisterd door cyclonen en zeespiegelstijging, had zelf op grote schaal burgerschapsrechten verkocht aan vermogende buitenlanders. Dit vormde een belangrijke inkomstenbron voor de natie, maar zorgde ook voor controverses – niet in de laatste plaats doordat Vanuatu zelf pas kort daarvoor, en na een bloedige strijd, onafhankelijkheid had verkregen.
Aan wie werd er op deze wijze onderdak verleend? Wat was de reden dat zij een dubbele nationaliteit zochten? Van oudsher was burgerschap gekoppeld aan het stuk grond waarop je was geboren, maar met de verkoop van burgerschapsrechten veranderde dit.3Deze klassieke opvatting van burgerschap was ook de reden dat Argentinië in de jaren zeventig van de twintigste eeuw een zwangere vrouw naar Antarctica stuurde om te bevallen, zodat de eerste op Antarctica geboren mens een Argentijn zou zijn.
Deze verandering van grondgebonden naar geldgebonden burgerschap bleek cruciaal toen steeds meer mensen gedwongen waren hun huis te verlaten door zeespiegelstijging en aan klimaatdisruptie gerelateerde conflicten. Wie het discours uit die tijd analyseert, zal opmerken dat de vrees voor de ‘tsunami’ aan klimaatvluchtelingen, zoals dit destijds werd uitgedrukt, dikwijls groter leek dan die voor de klimaatdisruptie zelf. Onder leiding van de Verenigde Staten en de toenmalige Europese Unie had dit zich vertaald naar een steeds verdere militarisering van de grensbewaking en een criminalisering van migratie. In andere woorden: het niet-burger-zijn werd op zichzelf een misdaad.
In veel maatschappijen ontstond er een meer of minder gewelddadige strijd tussen wat een auteur uit die tijd, David Goodhart, betitelde als de somewheres en de anywheres: degenen die sterk plaatsgebonden leefden, en degenen die zichzelf vooral als wereldburger zagen.
Toen Vanuatu samen met veel andere eilandnaties zelf op het punt stond om onder de golven te verdwijnen, werd Antarctica aangewezen als een plaats voor relocatie. Wie burger was op Vanuatu, verkreeg daarmee automatisch ook het recht op vestiging op Antarctica.
Vanaf het begin ontstond er daardoor ook op Antarctica een sterke kloof tussen enerzijds de voormalig inheemse burgers van Vanuatu en andere eilandnaties, en anderzijds de meer welvarende groep die hun burgerschap daar had gekocht. (De elite van allerrijksten koos vaak voor burgerschap voor Nieuw-Zeeland.) In die tijd bleek ook het verbod op de invoering van exotische levensvormen niet langer houdbaar.
"Burgerschap en misdaad zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden."
Met het recente Verdrag voor de Rechten van Alternatieve Bewustzijnsvormen (2235) werd burgerschap op Antarctica ook juridisch nog veel verder verbreed. Ik citeer hier graag
Burgerschap en misdaad zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Slechts wie we herkennen als burger, kunnen we immers erkennen als het slachtoffer van misdaad. Dit is de reden waarom ecologische misdaden in het verleden vaak ongestraft bleven, en zelfs niet als misdaad werden aangemerkt. Howards citaat toont eens te meer hoe die mogelijkheid om een Ander te herkennen als burger, óók afhangt van de wijze waarop we kennis definiëren. Voor de toekomst van Antarctica is het cruciaal om ons te blijven afvragen wat we niet weten.