De biologische quantumcomputers zoemen zacht in het gedempte licht van de controleruimte. Boven het bureau van realisator Mohamed (Mo) Brinkers (32) flitsen lichtgroene codes in de lucht, binnen het kader van het virtuele scherm. Hij kijkt naar het raam dat uitzicht biedt op het nog inktzwarte Antarctische landschap en dan weer naar de data boven zijn hoofd. Het wordt tijd voor een nieuwe dag. In een beweging schuift hij boven zijn hoofd twee zachtgroene lichtflitsen op het hologramscherm naar elkaar toe en onmiddellijk verschijnt in het oostelijke raam een zachte roze gloed. ‘Niet te snel Mo’, mompelt hij zacht, terwijl hij de knipperende flitsen weer iets verplaatst. De geostationair zwevende parabolische lichtversterkende spiegels richten gedoseerd zonlicht, zonder noemenswaardige verschuiving van frequenties, op zijn station op Antarctica. De dag begint.
In de eerste jaren van Humboldcity stond het
Mo denkt terug aan die eerste jaren die hij kent uit oude alarmistische reportages en vroege vlogs. Hoewel nog steeds een deel van Antarctica is bedekt met dikke lagen ijs is het landschap totaal veranderd onder invloed van de snelle opwarming van de aarde in de eerste vier decennia van de 21ste eeuw. De zwarte vlakten die te voorschijn zijn gekomen verweerden aanvankelijk snel onder invloed van de nog steeds extreme meteorologische dynamiek, maar inmiddels vormen schimmels, mossen en korstmossen in hoog tempo nieuwe ecosystemen. Er ontstaat een – zij het nog dunne – vruchtbare toplaag1Als gevolg van een levendig publiek debat en de inzet van kleine belangenorganisaties werd een petitie opgesteld waarin Antarctianen democratisch hun voorkeur kunnen uitspreken voor 20 procent van de eerste nieuwe flora. De palmboom bleek de volksfavoriet. Een tegenbeweging noemde de palmboom echter 'ordinair' en 'smakeloos'. Zij probeerde de bevolking te overtuigen voor coniferen te stemmen, omdat deze boom het meest weg heeft van het mos dat oorspronkelijk op Antarctica voorkomt. De conifeer eindigde op de vierde plek.. Deze kans op ontwikkeling wordt onder leiding van de
‘Schimmels, mossen en korstmossen vormen in hoog tempo nieuwe ecosystemen’
Een ander deel van de bodemvruchtbaarheid bestaat uit materiaal dat wordt teruggewonnen uit atmosferische CO2 en - stikstof, waartoe in Humboldcity grote installaties zijn gebouwd. De noodzakelijke energie komt uit vulkanische activiteit op het continent en de warmte-koude-koppeling vanuit oceaanwater. Ook vindt elektriciteitsopwekking plaats op de uitgestrekte grens van zoet en zout water. Dat laatste is een vinding van Nederlandse ingenieurs, maar pas hier op Antarctica tot volle wasdom gekomen. De op deze wijze ontstane nieuwe bodems vormen de basis voor nieuwe ecosystemen.
De jonge bioloog Mo kijkt na tien maanden nog elke dag zijn ogen uit: een evolutiesprong speelt zich voor zijn ogen af. De statige keizerspinguïns leken verdwenen, maar na een zorgvuldige moleculaire ingreep in het genoom onder leiding van de
Mo en zijn team werken voor Bio Engineering International en onderzoeken hoe het zoete smeltwater nog beter kan worden vastgehouden op of bij het gekoloniseerde continent. De aanvankelijke ingenieursoplossing van drijvende bassins en hoge dijken werkt wel maar is te kostbaar.
Voorgangers van Mo bedachten een oplossing die nog gedurfder is dan die van een zekere Boyan Slat, die al het plastic uit de oceaan wilde vissen met drijvende vangarmen. De natuur heeft trouwens het probleem zelf opgelost: plastic eilandjes zijn onderdeel geworden van het oceanisch ecosysteem en herbergen nieuwe koraalgemeenschappen, en bieden bescherming aan talloze organismen. Ander plastic is verdwenen, en hoe hard wetenschappers ook zoeken: het blijft weg. Mo houdt zich niet meer bezig met deze theoretische exercitie: weg is weg als het om koolstofverbindingen gaat. Gelukkig hebben ook de ecopessimisten ongelijk gekregen.
‘Voor hij gaat slapen blijft hij in de oceaan kijken naar de fantastische aquatische biodiversiteit, aangetrokken door het schemerige LED-licht onder water aan de rand van Humboldcity.’
Het project waaraan Mo meewerkt komt uit de bio-architectuur: hij produceert en bestudeert de symbiose van levende ondoordringbare schermen van algen, wieren, koralen, sponzen en eencellige organismen. Schermen die aan de buitenzijde zoutminnende soorten bevatten en aan de binnenzijde zoetwaterminnende soorten. Een scherm dat zichzelf vernieuwt en verstevigt: tussen de twee ecosystemen ontstaat een aangroeiende laag van afgestorven organismen die de schermen stevigheid geeft. In het lab heeft hij de soorten al getest en in een aquarium werkt het. Met behulp van quantumfysische moleculaire technieken, gebaseerd op het ouderwetse CRISPr cas, ontdekt door zijn Chinese Zhu, zijn de organismen nog beter afgestemd op de doelen die Mo en Zhu voor ogen hebben: sterke, groeiende biodiverse schermen. De Jīchǔ Shēnghuó Marine Corporation investeert in deze techniek die ook in smeltende gebieden elders, zoals Siberië, kan worden toegepast.
In de gebouwen komen bewoners tot leven. Buiten beginnen de eerste vinken en merels te zingen onder invloed van de kunstmatige dageraad. De eerste kolonisten hadden behoefte aan wat vertrouwde soorten en introduceerden deze zangvogels, die speciale vetveren hebben en enkele resistentiegenen uit diepzeevissen.
De biologische schermen zijn niet alleen robuust, ze zijn ook flexibel en dempen heftige golven en stromingen, waardoor rondom de Antarcticaanse kust grote rustige zoetwatermeren zijn ontstaan. Het Indiase bedrijf Ballast Nedam onderhoudt 3D-geprinte civiele werken op het continent met kennis en kunde van Nederlandse ingenieurs. In de bassins wordt zoet water opgeslagen voor de hydrocultuur van groenten en fruit in onderzeese productiefaciliteiten In de randmeren tieren smakelijke vissoorten.
De mosselen en oesters die zich aan de buiten- en aan de binnenkant aan de schermen hechten vormen een probleem, waarover Mo zich het hoofd breekt. Synthetische middelen zijn geen optie, hoewel er effectieve middelen beschikbaar zijn. Gelukkig leefden er in de intensieve Zeeuwse mossel- en oesterkwekerijen schier onuitroeibare plagen, zoals mosselboorders, oesterwormen en krabbetjes. Na enig gecrispr bleken deze effectief de schadelijke schelpdieren aan te kunnen pakken.
Mo denkt in Humboldcity te blijven net als de talloze nieuwe kolonisten: wetenschappers, gelukzoekers, de voedselproducenten en arbeiders in de kolendagmijnen. Sinds 2040 is het terugwinnen van CO2 uit kolencentrales een peulenschil geworden en zijn kolenvoorraden weer interessante en schone energiebronnen.
Mo kijkt naar de zwevende data boven zijn bureau en de ordening die werd uitgevoerd door de quantumcomputer. Een stem in het Chinees zegt dat zijn dienst er op zit, zo dadelijk komt zijn collega hem aflossen en kan hij naar zijn luxe appartement op de min-zesde verdieping. Voor hij gaat slapen blijft hij nog even in de oceaan kijken naar de fantastische aquatische Antarctische biodiversiteit, aangetrokken door het schemerige LED-licht van de grote groentenkassen onder water aan de rand van Humboldcity.