Nog wat onwennig zet de jonge keizerspinguïn Puck de eerste stapjes in zijn nieuwe onderkomen. Links van hem dobbert een plastic ijsschots in een waterbassin. ‘Niet van echt te onderscheiden’, zegt
De hoed is iets te groot voor het hoofd van de pinguïn, en zakt voor zijn ogen. Even probeert de jonge pinguïn op de tast het waterbassin te vinden. Maar dan valt hij voorover, plat op zijn snavel. Fitzgerald knikt goedkeurend. ‘Dit is wat de mensen willen zien. Entertainment.’
Al sinds de eerste plannen op tafel kwamen, heeft Penguin World te maken gehad met een stroom aan kritiek. Zo zou het onethisch zijn om een keizerspinguïn – een toch al met uitsterven bedreigde diersoort – in te zetten voor entertainmentdoeleinden. Ook zou Fitzgerald de jonge Puck uit kostenoverwegingen op een te streng dieet zetten.
Tegelijkertijd lijkt Penguin World inderdaad in een behoefte te voorzien. Vandaag, op de openingsdag, stond er voor 09.00 uur al een lange rij wachtenden voor de deur. ‘Je wilt toch dat je kind wat van de nationale geschiedenis meekrijgt’, zei een moeder met haar driejarige zoontje aan de hand. ‘Dat hij later tegen zíjn kinderen kan zeggen: jullie papa heeft nog een levende pinguïn gezien.’ Achter haar knikte een grootvader instemmend. ‘Mijn kleindochter vroeg tijdens het voorlezen laatst al wat een pinguïn was.’
Bij de toegangspoort speelde een vijfkoppige band de welkomsttune van het pretpark, ‘We all live in a Penguin World’. Ook in het verblijf van Puck knalt de melodie uit de speakers. Fitzgerald wiegt wat onwennig met de heupen. ‘We zochten naar een catchy deuntje dat door kinderen makkelijk kan worden meegezongen. Liefhebbers van traditionele, twintigste-eeuwse muziek kunnen er een bewerking in herkennen van “Yellow Submarine” van The Beatles – in hun tijd bijna net zo groot als de Blizzard Bouncers.'
Door de muziek bij de ingang waren de demonstranten nauwelijks te horen. Deed u dat met opzet?
Athalas Fitzgerald, quasi-verbaasd: ‘Demonstranten? U bedoelt dat kleine groepje met die zelfgeknutselde kartonnen borden? Ach mevrouw, die nam u toch niet serieus? Heel aandoenlijk allemaal, maar als we nu naar elke opstandige puber moeten gaan luisteren...’
"Je wilt toch dat je kind later tegen zíjn kinderen kan zeggen: papa heeft nog een pinguïn gezien"
De tekst op de borden was minder aandoenlijk: ‘Penguin kidnapper’. Tegenstanders zijn boos dat u wilde pinguïns gevangenzet.
‘Dat is onzin. Puck was nog maar een ei toen we hem naar Penguin World haalden; hij weet niet beter. Bovendien is het voor keizerspinguïns in het wild nu ook geen pretje. Puck is bij ons van alle gemakken voorzien. In zijn nachtverblijf hebben we zelfs een met ijsblokjes gevulde badkuip neergezet.’
De
‘Fokprogramma’s voor pinguïns zijn er al voldoende: voor adéliepinguïns, ezelspinguïns, macaronipinguïns, noem maar op. Voor je het weet lopen hier op Antarctica meer pinguïns rond dan mensen. Dan krijgen we te maken met een pinguïnplaag: plunderende pinguïns in de tuinen, virussen die zich kunnen verspreiden... Los daarvan: zoals u zelf aangeeft ontfermt de Shēngwù Xué Corporation zich al over de toekomst van de keizerspinguïn. Het redden van de soort is niet onze taak – wij van Penguin World zijn hier om de mensen vermaak te bieden. In onze winkel verkopen we Puck-sokken, Puck-oorbellen en Puck-cocktailshakers. Puck moet een merk worden, een icoon. Dáár investeren we in.’
U kreeg toestemming om één pinguïn te exploiteren in uw pretpark. Wat als Puck komt te overlijden? De kans is klein dat u een vergunning krijgt voor een nieuwe pinguïn, nu de regelgeving wordt aangescherpt...
(Lange stilte.) ‘Echt of nep, wat maakt het uit? Wij laten ons niet tegenhouden voor zoiets triviaals als leven of dood. Twee eeuwen terug had je zo’n beroemd tekenfilmfiguurtje, Mickey Mouse. Klaagde het publiek dat het geen echte muis was? Natuurlijk niet. Hij was de held van jong en oud.
Maar als wij niet mogen doorgaan met een echte pinguïn, zijn er voldoende alternatieven. Achter de schermen werkt een zeer ervaren animatieteam al jaren aan overtuigende hologrammen. Over een paar jaar loopt hier een legertje Pucks rond, die stuk voor stuk niet van echt te onderscheiden zullen zijn. Laat ik het zo zeggen, mevrouw: voor de dierentuin maakt het niet uit als de keizerspinguïn uitsterft.
Dat zijn ferme woorden.
‘Tussen u en mij: het zou een hoop schelen in het onderhoud. Pinguïnpoep stinkt vreselijk, en is bovendien lastig schoon te maken. Om nog maar te zwijgen over alle emmers vis die er per week doorheen gaan.’