Pinguïn pompt zijn borstkas in en uit, alsof hij zich vol stouwt met lucht, in en uit en een balkend kirren, kelig, een regelrechte helleroep. Teringherrie. De stank tot daaraantoe. Als de borstpomp zich tot de strot gevuld heeft, gooit Pinguïn de kop naar achteren, nijpt hij de schouderbladen samen waardoor zijn vinnen openslingeren, zo staat hij, open en opgericht en krijsend. Alsof het beest de hemel aanroept – welke hemel? De donkere maanden laten er niets van over. Mensen zonder hemel zijn wanhopige mensen, zoveel weet werknemer KP39 ondertussen na twintig jaar op het nieuwe continent. Pinguïn krijgt rode spaarlampen ter simulatie, veel lijkt het niet uit te halen. Sinds het PPF1Penguin Protection Front, zet zich in voor pinguïns die in gevangenschap leven, zowel ter exploitatie zoals in het pretpark Penguin World, als in gevangenschap in huiselijke context. de rechtszaak won, zijn ze verplicht om ontspoorde pinguïns een bioritmekuur te geven in het speciaal daarvoor gebouwde noctuarium. De meeste oude Eilanders zouden er een moord voor plegen, Pinguïn blijft voorlopig ondankbaar krijsen en schijten.
De populatie van Penguin World ging in de tweede generatie gedragsafwijkingen vertonen door de overmatige blootstelling aan neonlicht. Mede door de eisen van de activisten, maar evengoed omdat het financieel niet langer haalbaar is, heeft de directie besloten dat het dit jaar ‘ongunstig’ is om het pretpark open te houden tijdens de donkere maanden. Als je het KP39 vraagt, zijn ze in de eerste plaats bang voor nieuwe rellen. Vorig jaar takelden de inwoners van de Containerwijk de metershoge Puck the Penguin aan de toegangspoort zwaar toe. Het lichtdier had de stuipen, zijn bedrading knetterde uit de kapotgetrapte flank. Wat zou je zelf gedaan hebben? Die vervloekte Puck danste maar door, onder hoog voltage, en de rand rond Upper McMurdo zat de hele donkerte zonder stroom.
Natuurlijk flakkerde de VHEM2Voluntary Human Extinction Movement – eerste golf in 2083. -beweging op tijdens de Uitval, voornamelijk onder de lagere bevolkingsgroepen. De overheid trof maatregelen: wie suïcidale neigingen symptoomgraad 33Het subject heeft over een of meerdere methoden hardop gesproken als zijnde het meest geschikt voor zijn/haar/hun voluntary extinction en zit in een vergevorderd stadium van zelfuitroeiing. vertoont, heeft sinds januari van dit jaar recht op de volledige terugbetaling van een lichttherapiebril. Volgens een studie van het Bureau voor Volksgezondheid zou deze preventieve campagne een nieuwe zelfmoordepidemie voorkomen. De bril simuleert daglicht. Acht uur per dag de bril dragen zorgt bij 32% van de testpersonen voor een lichte stijging in serotonine en noradrenaline, waardoor men zich toch al iets ‘weerbaarder’ zou moeten voelen.
KP39 hoort in de Containerwijk de verhalen over bewoners die het ijs op rennen. Sommige ‘gedesoriënteerden’ kan men onderscheppen in hun vlucht naar de binnenlandse ijsvlaktes, maar de meesten hervallen na de collocatie en ondernemen een nieuwe poging een gewisse dood tegemoet te rennen. KP39 verzet zich. Hij is niet van plan zich te laten opslokken. Het zwart zit hem op de hielen, maar de alleen al de beweging van zijn conciërgekar trekt hem door zijn werkdag, in de juiste richting, voorwaarts. Zo weinig mogelijk probeert hij zichzelf van buitenaf te bekijken, moederziel alleen in het verlaten pretpark, een groen uitgelicht gelaat zwevend door het donker, het donker zonder randen, maar hij is omlijnd, hij hoeft alleen maar dicht bij zichzelf, in de lichtkring van de therapiebril te blijven, zoals de coach van de sociale dienst het hem geleerd heeft. Middenrif laag houden. Concentreren op herinneringen die zich afspelen in daglicht. Coach zei dat je zelf heel wat in de hand hebt, dus denkt hij, terwijl hij de kar door het donker naar het bassin van de stormbandpinguïns manoeuvreert, aan het eiland van voor de vloed. Hij is acht en hij heet Kanoa, een traditionele naam, die zich laat vertalen als ‘niet langer begrensd’. De dag duurde soms tot na zijn bedtijd, in en uit, maar de gedachte levert hem weinig op, wat nog, wat bevindt zich nog in de lichtkring, in en uit, lage adem, als het daglicht ontbreekt, ‘denk aan de dingen die voor je liggen’, voor hem ligt, in het donker verstopt, een tastbare werkelijkheid, de inhoud van zijn kar: een bidon afbijtmiddel, een krabber, een dweil, enkele handbezems, ingedroogde vis… En taken, zoveel stront te ruimen. In de groene schijn van de lichttherapiebril lijken de sliertvormige uitwerpselen van de pinguïns op glimwormen, er bestaan historische satellietfoto’s waarop je Antarctica kunt zien oplichten door de hoeveelheid mest. De stank went, het is in ieder geval minder erg dan het gekrijs, in en uit, vier tellen, de kring is mijn ruimte, de kring is mijn ruimte.
Aangekomen bij het bassin legt KP39 de conciërgekar stil. Voor hij naar binnen gaat, moet hij zich vermannen. Stormbanders zijn agressieve baasjes, ze ruiken angst. In en uit. Ondanks de trilling die hem bekropen heeft, krijgt KP39 zijn vingers onder controle en slaagt hij er zonder al te veel te morsen in om de tabak in de kom van de pijp te tikken. En dan? Af en toe wat Extase4Hallucinogene tabak op basis van algen. roken helpt hem om bepaalde gedachten te relativeren. In en uit. De trek vult zijn longen. In en uit, en ‘alleen de kapitein rookt in vrede’, denkt hij, ‘alleen de kapitein’.
In en uit, en daar klinkt alweer het balken, het krijsende pompen. De Stormbanders hebben hem in de mot. Pygoscelis antarcticus. Psychedelische rotganzen. Zou het donker het geluid kunnen dempen? Wat als hij zijn bril uitzette? Zou het dan minder luid klinken? Even maar.