Hen1Genderneutraal voornaamwoord dat aan het einde van het tweede millenium is geïntroduceerd maar dat nog altijd niet door iedereen wordt gebezigd. probeert nog even te lopen, alsof hen nog steeds twee benen heeft en niet zes poten, maar al gauw fladdert het zilvergrijze vlindertje vrolijk en verliefd door de statige straten van Mofou. Hen glipt een kier in het plaveisel in. Terwijl het grootstedelijke rumoer verstomt, klautert het vlindertje vele meters neerwaarts. De strontlucht wordt heviger, het vlindertje hoort pis stromen in de diepte.
Het is geen kattenpies, en dan doel ik op het verlaten van huis en haard voor het onbekende. In de regel sticht men dan ook koloniën op plaatsen waar wat te halen valt. Goud, slaven, woonruimte of nootmuskaat, om even wat klinkende voorbeelden te noemen. Daarom gingen er ooit Fransen naar Mali. En Malinezen naar Antarctica, alwaar zij de hoofdstad Mofou stichtten. Wat een heus succes mag heten voor de mensen van West-Afrika, is een regelrechte ramp voor ons pinguïns. De laatste kolonie2De laatste kolonie van ‘vrije en zelfbewuste’ koningspinguïns. Dierentuinpinguïns zitten immers gevangen. Het is natuurlijk maar de vraag in hoeverre een rioolpinguïn werkelijk vrij is. Immers, vroeger behoorde al het ijs – en daar was toen beduidend meer van dan nu – van Antartica ons toe. der koningspinguïns is dan ook meer ballingsoord dan kolonie. In het riool van Mofou valt niets te halen.
Hoewel, met bovenstaande bevinding is het vlindertje het niet eens. Het was de vroeg-21ste-eeuwse denker André Lauren Benjamin die eens opmerkte dat rozen eigenlijk naar poep geuren. Nu vliegt de vlinder langs een van de vele werkplaatsen waar duizenden pinguïns met hun blote snavels accu’s ontmantelen en elkaar killen, als krabben in een emmer, om het minste of geringste. Dan stijgt hen, naar de hoogstgelegen richel van het riool. Kkees woont daar. Kkees is de onbetwiste kingpin in de laatste kolonie der koningspinguïns.
Voor de riante richelcrib van Kkees staan een paar pinguïns met gorillapostuur geposteerd, fotonmitrailleurs achteloos over de schouder. ‘Peace,’ zeggen de goons van Kkees tegen het vlindertje. Hen zegt netjes ‘peace’ terug. Kkees zelf gaat heus niet opendoen, allereerst is hij daar te belangrijk voor en daarnaast heeft hij zijn nest reeds een week niet verlaten, want hij is nogal van zijn stuk gebracht door de metamorfose van zijn geliefde. Als het vlindertje het slaapvertrek betreedt, handelt Kkees net een audiëntie af. ‘Bitch, dat zijn mijn eieren niet, ze lijken niet eens op mij,’ zijn de laatste woorden die de potige pinguïn een voortreffelijk pinguïnwijfje toebijt. Zodra ze een stap buiten zet, wordt ze door een van de goons met eieren en al de richel af getrapt. Nog voordat ze netjes ‘peace’ terug kan zeggen, tuimelt ze de afgrond in.
‘Vlincent,’ zegt Kkees.
‘Dag Kkees, je ziet er leuk uit!’ antwoordt Vlincent vol genegenheid, en hen probeert Kkees tevergeefs een roltongkusje op zijn snavel te geven.
‘Mijn God, zelfs na een week nestflixen3Als rioolpinguïns verward en terneergeslagen zijn, waar we meestal alle reden toe hebben, trekken we ons vaak dagenlang terug in onze nesten en dan kijken we series van bedenkelijke kwaliteit, terwijl we kattenvoer vreten omdat verse vis nooit voorhanden is. vind je me nog een lekker ding, loser,’ flirt Kkees voorzichtig terug, terwijl hij behoedzaam met het puntje van zijn vleugel op het vlinderlijf van zijn vriend tikt. ‘Toch faya dat jij er tegenwoordig zo bij moet lopen.’
‘Toch faya dat jij verzaakte de transitoire operatie van je soulmate bij te wonen!’ zegt Vlincent met stokkende stem, in hun ogen springen piepkleine traantjes.
Kkees geeft een mep tegen zijn snavel – een typische pinguïngeste, die iets als ‘stel je niet aan!’ wil uitdrukken – en stelt gepikeerd dat hij louter een grapje probeerde te maken.
Vlincent kan er niet om lachen.
Kun je waarlijk vlinder zijn zonder het daaraan voorafgaande rupsenbestaan doorgemaakt te hebben? En het is al heel wat om als pinguïn een mens, het wezen dat jou gelijkschakelde aan zijn eigen uitwerpselen, lief te hebben. Houden van een menselijk bewustzijn in een mechanisch vlinderlijf, hoe doet een koningspinguïn dat?
Ja, zowel Vlincent als Kkees hebben een zware dobber aan het gegeven dat Vlincent nu de eerste transvlinder aller tijden is. Natuurlijk heeft Vlincent verreweg het meest onder zijn zelfexpressie te lijden. Hun vader verzekerde hen met de laservliegenmepper te verpulveren als hen het gore lef had nog één stapje in het ouderlijk huis te zetten. De organisatie van de zogenaamd progressieve Mofou Pride verbood hen met de optocht mee te vliegen ook en zelfs hen geliefde, het opperhoofd der rioolpinguïns, maakt flauwe geintjes. Vlincent baant zich een weg dwars door alle tegenslag heen. Wie het meest te lijden heeft, heeft ook het meest te winnen.
Zwijgend zitten beide bannelingen in het nest van Kkees. ‘Het spijt me dat ik grapjes maak lieve Vlincent,’ stamelt Kkees tenslotte. ‘Ik ben in de war en ik geloof dat dit mijn manier is om hiermee te dealen, baby. En nee, het draait niet om mij, het draait om jou. Alleen viel ik nooit echt op mensen en ook niet echt op vlinders: ik had tot vorige week zelfs nog nooit een vlinder gezien, zoals je weet. Maar of je nu loopt, vliegt, zwemt, zweeft of fladdert, het zal mij wat wezen, want ik houd van jou en van jou heb ik er maar één. Kom toch alsjeblieft even met me mee, dan kan ik je iets laten zien.’
Met tegenzin volgt Vlincent Kkees naar de binnenplaats van de richelcrib terwijl hen denkt: ‘Ik heb al een vreselijk humeur, moet die eikel me nu echt weer trakteren op een nieuwe lading afgehouwen koppen van rivalen en stront op de vuilstort- en executieplaats?’ Maar wanneer Kkees de deur naar buiten opent, valt er geen bloed of poep te bekennen. Nu ja, je ruikt het wel, maar dat is overal zo, in dit godverlaten riool van Mofou.
Het zijn nu de geuren van rozen, zonnebloemen en orchideeën die het reukorgaan van Vlincent behoorlijk op tilt doen slaan, want op de binnenplaats van Kkees’ richelcrib is een voor rioolbegrippen paradijselijke tuin verrezen. Vlincent fladdert dolblij naar een bosje lavendel en zuigt zich volledig vol met nectar. Kkees kijkt vertederd toe en betrapt zich erop dat zijn snavel begint te tintelen en…
Goed, volgens mij komen die twee er wel uit.