In 2230 is
Vaye worstelt echter nog met het beschrijven van de wereld waarin zijn personages zich bewegen, het woeste continent zelf. Hij heeft moeite te bevatten hoe de eerste jaren van de kolonisatie geweest moeten zijn, toen Antarctica nog maar voor een klein deel bewoonbaar was, en voortdurend van gedaante veranderde.
In februari 2230 schrijft hij aan een vriend ‘gekweld te worden door blinde vlekken’. Hij vraagt zich hardop af hoe hij ‘wat zelfs nu nog fysisch onverklaarbaar lijkt’ tóch reëel kan maken voor zijn lezer. Dat is bittere noodzaak, schreef hij, want ‘het collectieve geheugen heeft nog niet verwerkt wat hier is gebeurd.’ Hitte, lava, land moest daar verandering in brengen.
In maart krijgt Vaye een residentie aangeboden in
Dus de uitbarsting van Mount Erebus in 2076 is mijn deus ex machina. Niemand zag hem aankomen. Zelfs nu voelt deze gebeurtenis te groot – onrealistisch en gekunsteld. Alleen de details maken haar geloofwaardig.
Aan de andere kant: bovenop de global weirding die begin 21ste eeuw inzette, voelt een gigantische vulkaanuitbarsting misschien onverwacht ‘logisch’ – omdat onrust meer onrust voortbrengt. (Zo werd de aardbeving in het
Hoe het ook zij, dertig procent van de ijskap werd bedekt onder vulkanische as. Een brede, donkere streep verscheen over het ijs, alsof iemand met zijn duim houtskool over de kaart van de Zuidpool had geveegd. Wit werd smoezelig grijs en de ijskap begon veel meer warmte van de zon te absorberen. Wat een onverwoestbaar harde laag ijs leek, een tinnen kap over de pool, werd nu slush puppie.
(Roept wel opnieuw de vraag op hoe de uitbarsting en die weirding doorwerken in de belevingswereld van de verschillende generaties Zuidema. Douwe met zijn luitenantsbrein wordt alleen maar efficiënter en doelgerichter van chaos, Vincent wordt er angstig van (zoals van alles), terwijl Valerie de wereld niet anders kent en zo in een bubbel zit dat ze de onrust effectief buitensluit. Voor allemaal geldt dat ze zich alleen maar kunnen ontwikkelen zoals ze doen door die vulkaanuitbarsting en door die mondiale opwarming, maar dat ze zich daar niet van bewust zijn – hun antropocentrisme is hardnekkig. I digress...)
De voorwaarden voor die slush puppie werden al langer gecreëerd. Belangrijkste factoren zoals ik ze nu voor me zie - bovenop de ingezette opwarming van vóór 2030 - zijn:
● Vervluchtiging broeikasgassen uit permafrost rondom de Noordpool, zie onderzoek Brash et al met gemeten uitstoot vanaf 2050 en wat hij daarover zei in The Guardian: ‘We took the gamble and lost. Physics won’ (beschrijving smeltmeren baseren op reportages Kolbert);
● Voortdurende stijging CO2-concentratie, mede doordat verduurzaming stokt tijdens de handelsstoring van 2083. Inzet op aardgas in met name China blijkt struikelblok voor klimaat, soort light sigaret, beter dan steenkool maar netto niet goed genoeg, en bovendien: afname aerosolen door uitfasering steenkool verergeren de opwarming op korte termijn;
● Uitdrogen Amazone en andere tropische bossen waardoor koolstof die bomen en bodem hadden vastgelegd als CO2 de lucht in ging – pijnlijk voorbeeld van de historische wetmatigheid dat waar je bos kapt het land uitdroogt – en misschien nog wel belangrijker dan de beschrijving hiervan is een schets van hoe de biologen die dit zagen aankomen werden genegeerd (memoires Pedro Da Paña);
● Boreale bossen veranderen van CO2-sink naar -source (discutabel? Waarom gebeurde dit? Checken met PK);
● Uitademing van eerder opgenomen CO2 door opgewarmde oceanen (goed voorbeeld van hoe onzekerheid rampzalig kan uitpakken, IPCC had begin 21ste eeuw toch te weinig zicht op deze processen, zie bv AR5 WG1 H6 p.481: ‘Significant uncertainties exist... on some of the primary controls on carbon storage in the ocean and on the land… Because several of these identified drivers (e.g. organic matter remineralization, ocean stratification) are sensitive to climate change in general, improved understanding drawn from the glacial-interglacial cycles will help constrain the magnitude of future ocean feedbacks on atmospheric CO2.’ Ze hadden steeds net iets te weinig kennis, te weinig helderheid om ondubbelzinnig te bevatten wat ze riskeerden en zo struikelden ze vooruit, emmerden ze eindeloos, rommelden ze zichzelf deze kant op – misschien goed om Douwe hierop te laten reflecteren in het eerste deel;
● Minder wolkvorming in heter klimaat > meer zonnestraling bereikt aarde (hoe groot is bijdrage hiervan? NOVA-IPCC-3 op naslaan);
● Botte pech: klimaatgevoeligheid valt veel hoger uit dan begin 20ste eeuw verwacht. Zie aantekeningen interview PK.
(De doorwerking van de opwarming in de smelt/afbrokkeling van Antarctica zien we alleen door de ogen van Douwe. Hij houdt van de smelt – een ijstong die steeds sneller in zee verdwijnt is voor hem vooruitgang, voorbode van nieuwe rijkdommen.)
Vermindering van wolkvorming is verreweg de fascinerendste oorzaak van de versnelde opwarming. Mensen krijgen daardoor vanaf ~2050 het gevoel dat de zon hun vijand is. Nietsontziend, verzengend. Antarctica komt steeds meer symbool te staan voor de ontsnapping: de laatste koele plek. De tragiek is dat ook Douwe Zuidema al voorvoelt dat uiteindelijk alles voorbijgaat, zelfs de winter op de Zuidpool. Het wegdrukken van dat gegeven is wat hem voortdrijft. Douwe aan het begin laten dromen over Oetnapisjtim?
Altijd maar door rijst de rivier en brengt hoogwater.
Libellen drijven stroomafwaarts.
Ogen die in de zon kunnen kijken hebben nog nooit bestaan.
Plotseling is er niets meer.