Het was veertien dagen later en 62 pogingen verder toen Helena besefte dat ze nu voor de ogen van de leeuw stond: de onzichtbare muur die
Ze begon bijna te juichen toen haar met warme kleding volgepakte lichaam als een lege doos in het ijs zakte. In het onvrijwillige dutje dat vijf uur zou duren, de langste slaap van de afgelopen 336 uur, droomde zij – nee, kreeg ze een flashback van haar leven van de afgelopen drie jaar, sinds de dag dat zij het plan opvatte Zuid-Gondwana 2.0 met eigen ogen te zien. De verhalen over de duizenden andere vrouwen en mannen die net als zij op zoek waren gegaan naar hun geliefden maar de tocht niet hadden gehaald, waren haar niet ontgaan. Helena wist maar al te goed dat zij aan een Goliath-gevecht was begonnen, maar de woorden van Aboubakarr herhaalden zich in haar hoofd, als een moedig lied voor soldaten op het slagveld. ‘Je bent speciaal, laat je nooit door wie dan ook gek maken.’
Ze had Aboubakarr vijf jaar geleden ontmoet. Zij was twintig jaar oud en werkte voor de
Tijdens het semestriële Festival der Vernietiging, als luddifiten in het decor van de 20ste en de 21ste eeuw een groot feest vieren en lezingen organiseren, arriveerde Helena met haar vliegende hoverboard op Rome, het zuidelijke Duitse eiland dat als het centrum van de luddifiten wordt beschouwd. De geur van geroosterde varkens, geiten en koeien heette haar als eerste welkom. Op het barbaarse eiland van rebelse carnivoren bezocht zij verschillende feestjes en bijeenkomsten, terwijl haar smartcontactlens2Opvolger van de smartphone; wordt vooral gebruikt door de geheime dienst die bestaat uit tien procent van de bevolking van het Duitse Keizerrijk. De smartcontactlens is de voorganger van het netwerk-implantaat, dat op Antarctica in bepaalde kringen standaard werd geimplementeerd. registreerde wat zich afspeelde en dat live doorzond naar het datacentrum van de Gupata in Emmen. Toen zij de centrale plek van de missie naderde, een plastic koepel midden op het eiland waar de leider van de luddifiten een lezing zou houden, trof zij een bijna lege tent aan – op een tafel en stoelen na. Daar zat een man die met beide handen The New York Times vasthield, waardoor zijn gezicht niet te zien was. ‘Welkom bij het verzet, mevrouw Fischer, wij hebben naar uw komst uitgekeken’, sprak een stem vanachter de beruchte illegale krant.
De jongeman hield zijn krant omlaag en legde deze na hem twee keer te hebben opgevouwen fijntjes naast een kom soep. Vervolgens keek hij de vastelandbewoonster recht in de ogen aan. ‘Welkom aan tafel’, zei hij lachend. Helena bleek voor die blik van Aboubakarr niet voldoende voorbereid. Nooit eerder had zij een mens in levende lijve getroffen die noch een smartcontactlens, noch een smartchip droeg. Aboubakarrs blik leek recht voorbij de lens te kijken, waardoor Helena zich voor het eerst werkelijk gezien voelde. Ze besloot haar lens en chip uit te schakelen – niet alleen omdat Aboubakarrs ruwe blik haar een ongekende hoofdpijn bezorgde, maar ook omdat ze dit voor zichzelf wilde houden. Zonder een woord te spreken liep ze de tent verder binnen en nam plaats op een lege stoel tegenover Aboubakarr. ‘Dit noemen we kippensoep. Het is een recept van mijn grootvader die de grote overstroming heeft overleefd. Eet smakelijk’, sprak Aboubakarr zijn gast toe.
'Als je eenmaal inziet dat alles ten einde komt, kun je er maar beter nú voor elkaar zijn, en samen van het nu genieten.'
Haar lens zette Helena nooit meer aan; drie maanden later gooide ze hem in zee. Ook keerde ze niet meer terug naar het Duitse vasteland. De essentie van het bestaan, van haar bestaan, lag nu in het opvangen van Aboubakarrs blik, zijn aanraking, zijn ademhaling. Nu ze de luddifiten niet langer als barbaren beschouwde, bekeerde zij zich ook tot het presentisme, hun centrale filosofie en levensbeschouwing. ‘Hoe je het wendt of keert, de natuur gaat kapot’, zei Aboubakarr op de avond van hun eerste zoen, drie dagen nadat Helena op Rome was aangekomen. ‘Het is een kwestie van tijd. Wat de Stedenbond en de vijf Keizerrijken aan het doen zijn is een dictatuur rechtvaardigen, zodat de complete ondergang van de aarde en de mensheid heel eventjes kan worden uitgesteld. Vind je het niet een beetje krom dat vooral machtige families als de Musks, Slats en Rubbels hier economisch van profiteren? Waarom denk je dat ze er alles aan doen om Zuid-Gondwana volledig te koloniseren? Omdat ze zich alvast voorbereiden op een wereld waarin een beperkt gezelschap van de homo sapiens overblijft.’ Zijn ideeën behelsden geen fatalisme maar realisme, legde Aboubakarr uit. Als je eenmaal inziet dat alles ten einde komt, kun je er maar beter nú voor elkaar zijn, en samen van het nu genieten.
Toen de Mensonge-groep besloot om Zuid-Gondwana 2.0 te bouwen, waren er naast robots ook 7,5 miljoen menselijke arbeidskrachten nodig. Volgens officiële schattingen woonden er in 2132 dertig miljoen luddifiten verspreid over de vijf Keizerrijken. Toen de
'Hun bijna naakte bovenlichaam deed Helena denken aan een warme zomermiddag op het strand van Emmen.'
‘Je bent speciaal, laat je nooit door wie dan ook gek maken’, klonk een bekende stem op de achtergrond. Helena wist zeker dat dit geen flashback meer was. Ze deed haar ogen open en ving een vertrouwde blik die sensaties over haar hele lichaam veroorzaakte. Ze probeerde in beweging te komen, iets te zeggen, te dansen – maar haar krachteloze lichaam protesteerde. Tranen van geluk stroomden over haar koude wangen. ‘Ik heb alles achtergelaten om jou te vinden’, fluisterde ze langzaam. ‘Ik weet het schat’, antwoordde Aboubakarr zachtjes, ‘maar drink eerst dit’. Terwijl hij Helena met zijn ene hand over haar hoofd streelde, voerde hij haar met de andere hand een zalvende zwarte thee, waarna zij 78 seconden van duizeligheid en hallucinatie ervoer. Daarop werd Helena zich bewust dat haar heet wordende lichaam de warme kleding niet meer aankon. ‘Wat is er gebeurd? Waar ben ik? Wat heb ik zojuist gedronken? Ab, wat zat erin?’ vroeg zij lachend. Aboubakarr, die met een compagnon naar haar staarde, lachte terug. Beide heren droegen korte broeken en een donker polyester hemd. Hun bijna naakte bovenlichaam deed Helena denken aan een warme zomermiddag op het strand van Emmen.
‘Mijn naam is