We all live in a Penguin World, we all live in a Penguin World.
Het muziekje klonk meteen als je de koepel binnenstapte en vervolgens was er geen ontkomen aan. De melodie op zich en het kinderkoor waren al irritant genoeg, maar als Puck de Pinguïn met z’n nasale snaterstem inviel kreeg je gelijk zin iemand te wurgen. Dat effect had het tenminste op Jurjen en hij kon zich niet voorstellen dat het voor enig weldenkend mens anders zou zijn. En je zou het niet denken als je om je heen keek, maar weldenkende mensen moesten hier ook rondlopen. Zelfs John had zich immers niet te goed gevoeld voor Penguin World, hij ging hier elk half jaar met zijn koters heen.
‘Je moet je eraan overgeven: de absurditeit omarmen van deze laatste oprisping van massa-entertainment, de ironie dat de kapitalistische radertjes door blijven draaien terwijl de wereld onder onze voeten wegvalt’, zo sprak hij op zijn bekende semi-nonchalante toon op een van de bijeenkomsten van De Nuttelozen, waar ze tweemaandelijks met nog enkele achtergebleven vaders onder het genot van sigaren en cognac de Oude Wereld 1'De Oude Wereld' is een veelgebruikte verwijzing naar de laaggelegen delen van de wereld die verloren gingen in het
‘Daarnaast Jur, je doet het niet alleen voor dat kind van je, het is voor jou toch ook heerlijk om eens flink door elkaar gerammeld te worden in zo’n waggelbaan? Veel meer dan wat virtuele fellatio valt er voor jou hier niet te beleven en ook dat moet op een gegeven moment toch gaan vervelen.’
Jurjens irritaties smolten grotendeels weg als hij z’n aandacht richtte op Snow, die met geconcentreerde blik de vele kleuren wit van dit themapark in zich opnam. Een expressief kind was het nooit geweest en ook eigenlijk te oud om nog in de hele Puck-manie mee te gaan – een jaar of twee geleden zou de betovering pas echt groot zijn geweest, maar toen verzette Jurjen zich nog tegen dit vermaak, deze exploitatie van wat in zijn kringen als een genocide beschouwd werd – maar de jongen vermaakte zich duidelijk en dat deed hem goed. Ze hielden stil bij een ijskraam om een gigantische gletsjercoupe te bestellen. IJsjes eten op Antarctica, hij zou erom gelachen hebben toen hij nog in de Oude Wereld woonde. Met de exotische temperaturen die hier stonden afgesteld, voelde het weinig opmerkelijk.
‘IJsjes eten op Antarctica, hij zou erom gelachen hebben.’
John had gelijk, Jurjen verveelde zich te pletter. De heren-avondjes waren in al hun pseudo-ironische pathetiek een van de weinige dingen om naar uit te zien. Hij zou graag zeggen dat hij voldoening haalde uit het vaderschap, maar deze mannen viel niets wijs te maken. Ook hun kroost bracht de meeste tijd door tussen hun schermen, waarmee ze regelmatig in contact stonden met het oostelijke deel van het continent, daar waar nog ijs lag, waar de koepels nog hun oorspronkelijke functie vervulden, omdat een dikke jas niet afdoende was om naar buiten te kunnen, en waar nog échte pinguïns rondliepen. Daar bevonden zich De Nuttigen, zoals ze in navolging van hun eigen geuzennaam hun geliefden of exen – het onderscheid tussen beiden viel moeilijk te maken als je zo ver uit elkaar woonde – betiteld hadden.
De Nuttigen deden onderzoek naar plankton, visstand, smeltwater en andere zaken die daar aan constante veranderingen onderhevig waren, waar de menselijke controle nog niet alles bepaalde.2De ontginning van Antarctica concentreerde zich vanaf ruwweg het midden van de tweeëntwintigste eeuw op
‘Soms begon dat wezen op die kamer naar hem te schreeuwen, in een kast had het virtuele eieren gelegd.’
Natuurlijk wist Jurjen dat de zaken hier gauw zouden veranderen. Het was een onderwerp dat door De Nuttelozen vaak besproken werd. Zij waren Pioniers, spoedig zou een groter deel van de Oude Wereld volgen en konden er nieuwe dingen worden opgebouwd. Vooraanstaande dingen, fraaie dingen, mooie dingen. Ze zouden zich niet meer in nostalgie hoeven te wentelen. Natuurlijk, de vluchtelingen waren hen voor geweest, maar die telden niet mee. Ze bevonden zich niet voor niets in aparte koepels, waar ze voldoende voorzieningen hadden om te overleven, maar ook niet meer dan dat nodig hadden. Zij kwamen immers van een andere cultuur, zij zouden zich nooit vervelen. Je zag er een aantal van rondlopen in Penguin World, dat stemde Jurjen treurig. Als je je overgaf aan deze massa-hypnose zonder er de ironie van in te kunnen zien, dan was je pas echt verloren.
‘Vermaak je je een beetje?’ vroeg Jurjen aan Snow, nadat ze drie keer over de kop waren gegaan in de smeltsimulator.
‘Ja hoor, papa’, zei hij.
‘Waarom kijk je dan zo droevig?’
‘Ik zou zo graag willen dat mama hier bij was.’
‘Ach, m'n jongen. Maar je weet waarom ze er niet is, toch?’
‘Ja, 'sprak Snow monotoon, 'zij moet de wereld redden.’
Zwijgend liepen ze verder naar de volgende attractie.
We all live in a Penguin World, we all live in a Penguin World.
Niet voor het eerst vroeg Jurjen zich af waar de speakers verborgen zaten. Waarschijnlijk achter de buitenste laag van de koepel. Een paar jaar geleden was Penguin World naar een vrijstaand onderkomen verhuisd, omdat de temperaturen het nu mogelijk maakten van buiten te komen. Niet alle veranderingen waren dus negatief, hij had er niet aan moeten denken dat het pretpark zou gaan uitbreiden binnen hun leefkoepel en er altijd gevaar bleef dat muziekje op te vangen.
‘Ik wil later ook de wereld gaan redden’, verbrak Snow de stilte. Hij zei het voor het eerst hardop, maar Jurjen wist al veel langer dat de jongen z’n moeder zou volgen, zoals alle weldenkende kinderen hun moeders zouden volgen. De Nuttelozen bleven achter met hun gesmolten illusies en dat was eigenlijk al heel wat.