Het ijs van Antarctica was gesmolten. De laatste pinguïn keek vanaf het laatste stuk ijs uit over het land dat zich voor hem uitstrekte. Geen eindeloos wit meer. Grond. Hij had al vele mensen zien komen en er kwamen er steeds meer. Tallozen. Mensen met alle kleuren, met alle talen en in allerlei kledij. Boten vol. Sommigen stapten te voet aan land, anderen kwamen met brommers of helikopters. Er waren mensen die met parachutes uit de hemel vielen, anderen kwamen als mollen uit tunnels tevoorschijn.
De laatste pinguïn keek naar de gezichten.1Het literaire thema van de laatste pinguïn is een variatie op de typisch Antarctische troop van 'de eerste pinguïn' of 'de verbaasde pinguïn'. Het gaat terug op het literaire pinguïnmotief van
Toen er meer en meer mensen kwamen, zochten de nieuwelingen naar anderen met dezelfde kleur. Als ze die vonden zochten ze naar mensen die niet alleen dezelfde kleur hadden maar ook dezelfde taal spraken en vervolgens zochten ze naar mensen met dezelfde religie of politieke achtergrond. Er ontstonden groepen op de maagdelijke grond. Binnen elke groep hadden mensen dezelfde kleur, spraken dezelfde taal en deelden vooral dezelfde woede.
‘Eindelijk zuivere lucht!’
De laatste pinguïn keek over het land en merkte dat de nieuwelingen bij hun eerste ademteug niet meer opsprongen van geluk, maar zich meteen afvroegen bij welke groep ze hoorden. Pas aangekomen bij hun groep sprongen ze op van blijheid. De laatste pinguïn verbaasde zich erover dat zuivere lucht voor klimaatvluchtelingen niet meer het belangrijkste was.
Minder ijs, minder grond en meer mensen. De groepen begonnen te groeien tot ze dicht bij elkaar kwamen. Eerst omhelsden ze elkaar en feliciteerden elkaar met het leven dat ze hadden opgebouwd, maar al snel arriveerden er mannen met gasmaskers en dozen vol boeken. Meer was er niet voor nodig om de groepen tegen elkaar op te zetten. Er ontstonden botsinkjes, ruzietjes en er werd steeds meer gevochten.
De laatste pinguïn zag nu iets wat hij in zijn hele leven op het ijs nog nooit had gezien: oorlog. Hij zag mensen die net weer konden ademen, elkaar wurgen.2Op een opname uit de
‘Sommige groepen veranderden in lijken.’
Toen ook het laatste stuk ijs smolt raakte de laatste pinguïn met zijn poten de grond. Hij zag dat de grond van kleur veranderd was. Het was rood. Rood, zompig en heet. Onthutst keek hij om zich heen. Rode aarde, tralies, schrikdraad en controlepunten: dat was wat hij zag. Schaatsen en glijden waren onmogelijk geworden. Zijn kop kwam op de grond neer en het laatste wat hij dacht was: hoe erg als niet ijs de aarde bedekt, maar zevenendertig graden.