Lieve Shardee,
Ik verschuil mij al geruime tijd in een klein huis op zo’n vijftien kilometer ten noorden van Zuid-Gondwana. Er is hier niet veel, de meeste tijd besteed ik aan het lezen van oude uitgaves van De Zuidpost.
De eerste keer dat ik ooit iets over project Luna hoorde, was na een gesprek met een Mensonge in 2163. Jouw oudste oom en ik werkten in deze tijd voor een milieuorganisatie die onderzoek deed naar het gat in de ozonlaag boven Antarctica en daarbuiten. Voor het eerst verspreidde het gat zich tot aan de rand van de eilandengroep Tonga in Polynesië. Veel van de mensen die hier in
Toen ik in 2157 afstudeerde aan de universiteit van Edinburgh, had ik nooit gedacht dat ik hier terecht zou komen. Iedereen kende tenslotte de verhalen over de eeuwigdurende nachten en de barbaarse temperaturen, die zelfs de meest opgewekte vlammen in een mens konden doen doven. Nee, dit was in mijn ogen niet een plek voor bloei, geen plek voor een begin.
In de eerste jaren van mijn carrière als geoloog werkte ik dan ook in Nigeria en deed ik onderzoek naar de veranderde kleur van de Niger. Het rivierwater was in nog geen dertig jaar volledig rood geworden. Alle voor de hand liggende verklaringen voor dit verschijnsel, zoals de hoge zuurgraad van het water of blauwwieren, bleken niet de oorzaak, dus zochten we andere verklaringen. Toen Sulek (de organisatie die dit onderzoek financierde) de stekker uit het project trok vanwege het uitblijven van concrete resultaten, betekende dit het einde van mijn tijd in Nigeria.
‘Ach, waarom kom je niet gewoon hierheen’, zei mijn broer toen ik hem vertelde dat ik op zoek was naar een nieuwe uitdaging. ‘Er is hier genoeg plek voor je en zelfs de temperatuur is de laatste jaren flink opgelopen’, vervolgde hij enigszins lachend. Ik lachte mee, maar in de secondes die volgden overwoog ik serieus om mijn spullen te pakken en naar Antarctica te verkassen. Kort daarna maakte ik een keuze, en op 19 mei 2159 landde ik op de luchthaven van Humboldt City.
Ik begon direct een dag later bij Trifecta, een milieuorganisatie in Yagan Town die onderzoek deed naar het gat in de ozonlaag. Sinds de eerste waarneming in 1979 was dat gat, dat veroorzaakt wordt door chloorfluorkoolwaterstoffen, bijna verachtvoudigd doordat veel van de stoffen die de ozonlaag aantasten, nog honderden jaren in de atmosfeer aanwezig bleven. Het gat kent inmiddels een oppervlakte van twee keer het continent Afrika. Zowel door het verdunnen van de ozonlaag als door de uitstoot van broeikasgassen is de stratosfeer afgekoeld, waardoor de windpatronen zijn veranderd. Niet alleen in de stratosfeer, maar ook in de lagergelegen troposfeer en nabij het aardoppervlak.
En dat was niet het enige probleem. Door de dunnere ozonlaag en de toenemende UV-straling was het aantal huidkankerpatiënten in Yagan Town inmiddels tachtig procent hoger dan het wereldgemiddelde aan het begin van de 21ste eeuw. Mijn taak was om in samenwerking met een aantal organisaties, zoals de overheid, de bevolking te informeren over de geplande maatregelen, voortvloeiend uit het milieubeleid voor 2160-2170.
Op een informatieavond in
‘Diep in het oog van de maanachtige satelliet ben ik een leerling, ben genade, profeet van de nacht, de droom van een planeet in een planeet’, zo beantwoordde hij op buitengewoon metaforische wijze al mijn vragen. Op mijn laatste vraag, hoe we zo ver konden laten komen, antwoordde hij: ‘De maan is aan beide kanten gesleten, desondanks blijft het centrum ongezien, Project Luna.’
‘Project Luna?’, vroeg ik.
Het is 16 oktober 2165, precies dertig dagen na het verdwijnen van jouw moeder, dertig dagen na mijn toespraak op de dag van het Behoud van de Ozonlaag. Ik verschuil mij al geruime tijd in een klein huis op z’n vijftien kilometer ten noorden van Zuid-Gondwana. De rechtbank van Yagan Town, de stad waar ik de afgelopen zes jaar heb gewoond, heeft een arrestatiebevel tegen mij uitgevaardigd. Ik wil dat je weet, mijn dochter, dat wij een reflectie zijn van een door bloed besmeurd glasraam, van zielen die geel zijn geworden aan de randen. Koolzuurhoudende dromen, terwijl we langzaam verdrinken in zuivere lucht.
Liefst,
George Alberto