Peter Britsia 2020

Peter Britsia is illustrator en prijswinnend volksliedschrijver van het 'Ooit lag hier sneeuw en ijs'.

Antarctisch Volkslied

De hymne die iedere ochtend door de keeltjes van de Antarctische schoolkinderen trilt.

Nora van Arkel

Nora van Arkel (1992) schrijft fictie, essays, toneel en theatertekstkritieken. Daarnaast is ze redacteur bij Hard//hoofd en spendeert ze haar dagen met onderzoeken hoe verschillende tekstvormen elkaar kunnen informeren.

Notulen naar herinnering

Verslag van bewonersbijeenkomst.

Escapism Now

Een subsidieverantwoordingsverslag

Hanna Bervoets

Hanna Bervoets (1984) is schrijver, essayist en scenarist. Ze schreef zeven romans. In 2017 won ze de BNG Bank Literatuurprijs voor Ivanov, en de Frans Kellendonk-prijs voor haar gehele oeuvre. Welkom in het Rijk der zieken is haar meest recente roman.

Denkt u dat Samoa’s niet kunnen skiën?

Antwoord op een afwijzingsbrief

Sanne Bloemink

Sanne Bloemink is journalist en schrijver. Voor onder meer De Groene Amsterdammer schrijft ze over uiteenlopende onderwerpen, van onderwijs tot geluk tot het Antropoceen.

‘Jouw geschiedenis, jouw DNA!’

Script voor zintuiglijke welkomstervaring bij toegang encyclopedie Antarctica, onderdeel van pilot voor medewerkers van DNA SS (DNA Storage Solutions)

Fiep van Bodegom

Fiep van Bodegom is redacteur van De Gids. Ze schrijft regelmatig voor De Groene Amsterdammer en NRC, doorgaans over literatuur. Daarnaast publiceerde ze essays, proza en vertalingen.

Zeewierdagen

Dagboekfragmenten van een jonge vrouw op Antarctica.

De verborgen historie van Cleo Sanntag

Inleiding bij de biografie van Cleo Sanntag, twintig jaar na de eerste editie.

Else Boer

Hard//hoofd Else Boer (1991) schrijft korte verhalen en artikelen. Het liefst brengt ze haar dagen lezend en schrijvend door, maar om niet helemaal te vervreemden van de maatschappij is ze docent Nederlands op een middelbare school. Daar probeert ze haar leerlingen vooral het zeggen van ‘hij wilt’ af te leren. In de tussenuren werkt ze aan haar debuutroman.

Dodenvloten en boilersuits

Interview met Antarctica’s retroband The Useless Youth voor The Antarctic.

Gershwin Bonevacia

Gershwin Bonevacia (1992) is schrijver en sinds maart 2019 stadsdichter van Amsterdam.

Er is een gat, een groot gat

Brief van een geoloog in een penibele situatie.

Mathijs Boom

Mathijs Boom (1987) is historicus en werkt aan de Universiteit van Amsterdam aan een proefschrift over de opkomst van denken op geologische tijdsschalen in de Lage Landen in de periode 1750-1830.

De Byrdland GCS Company

Bijlage C

Charlotte Van den Broeck

Charlotte Van den Broeck (Turnhout, 1991) is een Vlaamse dichter. In 2019 werd haar tweede dichtbundel bekroond met de Paul Snoekprijs en verscheen haar prozadebuut Waagstukken.

Extase

Heidi Dorudi

Heidi Dorudi is filosoof, intersectioneel feminist, schrijver en projectmanager. Publiceert op dorudi.nl. Heidi schrijft aan haar eerste boek Metafysica en Kritiek bij Hannah Arendt: Over de mogelijkheid van vrijheid en verantwoordelijkheid in het politieke handelen.

Het ware beeld van de geschiedenis van Antarctica (1)

Deel 1 van een tweedelig seminar

Het ware beeld van de geschiedenis van Antarctica (2)

Deel 2 van een tweedelig seminar

Daphné Dupont-Nivet

Daphné Dupont-Nivet is journalist. Ze schreef onder andere voor De Groene Amsterdammer, Trouw, en De Correspondent.

Groen. Maar niet te fel trouwens

Vragenlijst welkomstpakket Bright-Ice Kamp

Lisa Dupuy

Lisa Dupuy is freelance journalist voor onder meer de NRC. Ze maakte de multimediale productie congosgold.com over de Congelese goudhandel en heeft onderzoek gedaan naar de rol van Nederland in de internationale wapenhandel.

De Afsmeltmissie

Overwegingen bij een verzekeringsclaim.

Rob van Essen

Rob van Essen (1963) is schrijver, vertaler en recensent Angelsaksische literatuur voor NRC Handelsblad. Met zijn meest recente roman De Goede Zoon won hij de Libris Literatuur Prijs.

Drink wat met de Maanman

Een kroeggesprek op de Zuidpool.

Derk Fangman

Derk Fangman (1986) schrijft korte verhalen. Hij publiceerde onder andere op Hard//Hoofd en shortreads_.

De Kinderkolonie

Twee zaalbeschrijvingen in het museum van de Kinderkolonie.

Rodaan Al Galidi

Rodaan Al Galidi (1971) is dichter en prozaschrijver, hij studeerde in Irak af als bouwkundig ingenieur en kwam in 1998 in Nederland, waar hij asiel aanvroeg. Het asiel werd geweigerd en hij is uitgeprocedeerd. Al Galidi leerde zichzelf Nederlands en begon met schrijven. In 2007 kreeg hij een voorlopige verblijfsvergunning in Nederland. Hij ontving onder meer El Hizjra-literatuurprijs en de J.C. Bloemprijs. Zijn meest recente boek is de dichtbundel Neem de Titel Serieus.

De Laatste Pinguïn

Voordracht ter ere van de opening van het eerste Puck-warenhuis in Upper McMurdo.

Dominique De Groen

Dominique De Groen (1991) is dichter. Haar debuutbundel Shop Girl verscheen in 2017 bij het balanseer en werd genomineerd voor de Poëziedebuutprijs Aan Zee en de LZWL-trofee van de VRT. In 2019 publiceerde ze Sticky Drama die bekroond werd met de Frans Vogel Poëzieprijs.

Usnea Antarctica

Dagboekfragment van een jonge Londenaar.

Marjolijn van Heemstra

Marjolijn van Heemstra studeerde af in de Godsdienstwetenschappen. Ze is schrijver, en documentaire-en theatermaker. En een genuanceerde activist.

Abrahamisten van Antarctica

Opening van de wereldvergadering van Abrahamisten

Thomas Hogeling

Thomas Hogeling (1986) is schrijver, journalist en videomaker. Onder meer voor de Volkskrant, De Speld en de VPRO.

Bekijk het verleden van Antarctica niet door een bril van het heden

Opinie

Auke Hulst

Auke Hulst (1975) is romanschrijver, journalist en muzikant. Hij schreef negen boeken. Hij won met zowel Slaap zacht, Johnny Idaho als En ik herinner me Titus Broederland de Harland Awards Romanprijs voor beste sciencefictionroman, en met Motel Songs de Bob den Uylprijs voor beste reisboek. Zijn meest recente werk is Zoeklicht op het gazon.

“LichtLand”™

Een geannoteerd shooting script van een netwerk-implantaatpromo voor “LichtLand”™

Het IJsgetij

Een bar, een ontmoeting en een complot.

Maarten Kleinhans

Maarten Kleinhans (1972) is formeel gezien hoogleraar fysische geografie maar veel liever wordt hij de professor van water en zand genoemd. Hij doet onderzoek naar rivieren en delta's op Aarde en Mars.

De veilige haven heeft al een zeemansgraf

Achtergrondartikel over de plannen voor wereldhaven Ny Elvsund

Sicco de Knecht

Sicco de Knecht (1987) is hoofdredacteur van ScienceGuide en deed een promotie in de neurowetenschappen (Universiteit van Amsterdam). Naast hoger onderwijs en wetenschap is hij geïnteresseerd in maatschappelijke thema's, en podcasts natuurlijk.

Interview met de Laatste Eco-Engineer

Een stekelig gesprek met Clarice Winterberg

Wiard van der Kooij

Wiard van der Kooij studeerde filosofie van de Universiteit van Amsterdam en is auteur voor onder meer webplatform Hard//Hoofd.

Rioolvlinders

Script voor het eerste 16+ sprookje 'Reflectie op mijn conceptie'; uitsluitend toegankelijk via gehackt netwerkimplantaat.

Emy Koopman

Emy Koopman is schrijver, onderzoeksjournalist en gepromoveerd literatuurwetenschapper. Haar eerste roman, Orewoet, verscheen in 2016 bij Prometheus en werd genomineerd voor de Fintro Literatuurprijs en de Bronzen Uil. Ze werkt aan een tweede roman.

De Adam en Eva van Antarctica

Interview in Antarctica nu - jubileumeditie.

Selin Kuşçu

Selin Kuşçu (1991) studeerde Beeld & Taal aan de Gerrit Rietveld Academie en Fiction Writing aan Pratt Institute. Ze ontving de Nieuwe Types Prijs voor beste afstudeerwerk van de Nederlandse en Vlaamse schrijfopleidingen. Ze schrijft verhalen en literaire non-fictie.

Bevindingen na huiszoeking O. Kenchic

PROCES-VERBAAL van bevindingen

Kiza Magendane

Kiza Magendane is schrijver, voor onder meer NRC en De Groene Amsterdammer, en beleidsondernemer die zich bezig houdt met burgerschap, identiteit, globalisering en Afrika in de wereld.

Bekentenis van een vechtende nazaat

Een dagboekfragment

Onzichtbare muren hebben een ingang

Hoofdstuk uit Zuid-Antarctica, een geschiedenis.

Het recht om onzichtbaar te zijn

Een bericht van een ouder

David Mitchell

David Mitchell (1969) is een Britse romanschrijver. Tot zijn bekendste werken behoren Cloud Atlas uit 2004 en The Thousand Autumns of Jacob de Zoet uit 2010. Mitchell stond meerdere malen op de shortlist van de Man Booker Prize en won in 2011 de Commonwealth Writers Prize.

Storingsrapport

Oorspronkelijke document uit het Antarctisch archief was geschreven in het Engels en getiteld 'An Irregularity Report'. For English, see below.

Jelmer Mommers

Jelmer Mommers (1987) is journalist. Hij schrijft voor De Correspondent over klimaatverandering. In 2019 verscheen van hem Hoe gaan we dit uitleggen – Onze toekomst op een steeds warmere aarde. In dat boek komt de kolonisatie van Antarctica niet voor.

Grip of het gebrek daaraan

Aantekeningen van romancier Éric Vaye, schrijver van dé familiegeschiedenis van Antarctica, bezorgd door zijn redacteur

Thomas Muntz

Thomas Muntz is onderzoeksjournalist voor Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico, daar doceert hij ook in de masterclass onderzoeksjournalistiek. Hij is tevens docent politieke filosofie en liberal arts aan de Universiteiten van Amsterdam en Tilburg. Thomas is initiatiefnemer van Project Antarctica.

De tijd van voor onze tijd

Over religie & wetenschap in de vroege geschiedenis van Antarctica

De Indringers

Een wijsgerige beschouwing van het Nieuw Biskaje-incident.

Joost Oomen

Joost Oomen (1990) is dichter, schrijver, drummer en performer. Hij publiceerde de bundels Vliegenierswonden en De stort, de novelle De zon als hij valt en de vinylsingle Joost Oomen. Hij trad op van Pisa tot Ter Apel, van Viseu tot Vlieland en van de kerk tot het kippenhok.

Keizer van de acht nachtpinguïns

Rik Peters

Rik Peters (1989) studeerde filosofie en klassieke talen in Amsterdam (UvA en VU) en in Venetië (Ca’Foscari). Sinds september 2016 doet hij aan de University of Chicago promotieonderzoek naar het snijvlak tussen wetenschap, literatuur en filosofie in Hellenistisch Griekenland.

Operatie McMurder

Memorandum over spookuitdrijvingen in de suburbs van Antarctica

Roberta Petzoldt

Roberta Petzoldt is afgestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie op de afdeling Beeld en Taal. Sindsdien is ze werkzaam als dichter, actrice, beeldend kunstenares. Ze maakt haar eigen performances waarin ze muziek, poëzie en lichtprojectie tot een geheel weeft.

De Lijfeigenen

Een wonderlijk verslag

Linda van der Pol

Linda van der Pol is cultuurhistoricus en neerlandicus. Redactielid van Platform Investico. Eerder werkte ze voor De Groene Amsterdammer en voor Nederlandse hogeronderwijsbladen.

De Shetland-prinses

Een expeditierapport [uittreksel].

Jan Postma

Jan Postma (1985) werkt als journalist en fotograaf. Sinds 2010 schrijft hij voor De Groene Amsterdammer over onder meer literatuur, fotografie en beeldende kunst. In het voorjaar van 2017 verscheen zijn essaybundel Vroege werken.

Wilde Aardbeien

Aantekeningen bij een zeereis naar Antarctica

Aafke Romeijn

Aafke Romeijn (1986) zingt, schrijft, twittert en blogt over politiek, feminisme, haar kat Henk en pulp-tv. In april 2018 kwam haar debuutroman Concept M uit bij De Arbeiderspers, in mei 2019 verscheen haar nieuwe album M, de soundtrack bij het boek.

Het Rio Grande-Verdrag

Een Wikipedia-pagina over de Antarctische oorsprong van non-humaan recht

De afscheidsspeech van Zoltan Slat

De volgende redevoering werd uitgesproken door Zoltan Slat bij zijn vertrek uit de nationale politiek, op 28 februari 2208 in Humboldt City.

Kasper van Royen

Kasper van Royen (1983) studeerde Wijsbegeerte in Amsterdam en schrijft korte verhalen, columns en zo nu en dan een gedicht. Zijn meest recente roman is En toen kwam Annika.

Pinguïnperikelen

Overpeinzingen uit een pinguïnpretpark.

Aya Sabi

Erik van Sebille

Erik van Sebille is oceanograaf en klimaatwetenschapper aan de Universiteit van Utrecht. Zijn onderzoek richt zich op de vraag hoe oceaanstromen hitte, voedingsstoffen, zeeleven en plastic deeltjes verplaatsen.

Onderzoeksvoorstel Plastic voor de Toekomst

Subsidieaanvraag bij het Katholiek College te Nieuw Tonga

Willy van Strien

Willy van Strien is freelance wetenschapsjournalist en schrijft onder meer over natuur en biologisch en medisch onderzoek

De stank is niet te harden

Bericht van bioloog Janna de Wit aan entomoloog Frederika Smit in Tromsø, Noorwegen

Babah Tarawally

Babah Tarawally, Sierra-Leoons-Nederlandse schrijver en gespreksleider die zich inzet voor onafhankelijke media in ontwikkelingslanden. Als columnist bij dagblad Trouw schrijft hij over (verborgen) discriminatie en racisme. Gevangen in zwart wit denken is zijn meest recente boek.

Lunchen in Mofou

Een reportage uit de hoofdstad.

Jaap Tielbeke

Jaap Tielbeke (1989) werkt sinds 2015 op de redactie van De Groene Amsterdammer. Hij schrijft vooral over klimaatverandering, sociale bewegingen en democratische vernieuwing. Ook publiceerde hij, onder meer, over de ideologie van filantrokapitalisten en de verwording van WikiLeaks.

De Goede Verliezer

Overpeinzingen na een mislukte campagne

Jeroen Trommelen

Jeroen Trommelen (1956) is hoofdredacteur van platform voor onderzoeksjournalistiek Investico. Hij is onderzoeksjournalist, auteur van journalistieke boeken en voormalig bestuurder en voorzitter van de Nederlands-Vlaamse Vereniging voor Onderzoeksjournalistiek VVOJ. Tot augustus 2016 werkte hij als onderzoeksverslaggever bij de Volkskrant.

Roesland

0.1 Voorwoord:
De ondermijning van Roesland
身心自由

Gemma Venhuizen

Gemma Venhuizen (1985) is wetenschapsjournalist en werkt als biologieredacteur bij NRC Handelsblad. Ze is gek op reizen, vooral naar koude gebieden.

‘Voor onze dierentuin maakt het niet uit als de keizerspinguïn uitsterft’

Interview met Penguin World-directeur Athalas Fitzgerald

Wytske Versteeg

Wytske Versteeg (1983) is schrijver en politicoloog, momenteel is ze verbonden aan de Urban Futures Studio, Universiteit Utrecht. Ze publiceerde de romans Quarantaine, Boy, De Wezenlozen en het non-fictieboek Dit is geen dakloze.

Het donker en de mens

Misdaad, kennis en burgerschap op het vroege Antarctica

Louise Fresco en Simon Vink

Thomas Heerma van Voss

Thomas Heerma van Voss is schrijjver. Hij bracht de romans De Allestafel en Stern uit. In 2014 volgde de verhalenbundel De derde persoon. In 2017 verscheen zijn essaybundel Plaatsvervangers. Begin 2020 verscheen zijn roman Condities.

LIVEBLOG, 21-3-2199

– Grote explosies tijdens reünieconcert The Useless Youth: zeker twintig doden, aantal gewonden onduidelijk.

Samuel Vriezen

Samuel Vriezen (1973) is een Nederlandse componist, dichter, essayist, redacteur en vertaler. In 2016 verscheen zijn lange essay Netwerk in Eclips in boekvorm bij de Wereldbibliotheek.

Uitwissing

Het belangrijkste society-verhaal van de 24ste eeuw, dat nooit verteld is.

Niña Weijers

Niña Weijers schrijft voor de De Groene Amsterdammer en is redacteur bij De Gids. Ze debuteerde met haar roman De consequenties, die o.a. werd bekroond met de Anton Wachterprijs, de Gouden Boekenuil Publieksprijs en de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. In juni 2019 verscheen haar nieuwste roman, KAMERS ANTIKAMERS.

Penvriend(in) gezocht

Een oproep in de sectie 'vrijetijdsbesteding 10-17 jaar, interactief' van het netwerk-implantaat.

Ferry Wieringa

Ferry Wieringa schrijft verhalen over ogenschijnlijk onbeduidende levens en plekken. Figuranten spelen in zijn wereld de hoofdrol, alledaagse locaties vormen het decor. Zijn verhalen verschijnen in kranten, tijdschriften en online bij onder meer bij www.hardhoofd.com.

Buiten de muren van Jericho Base

"Ik zag hem op een landje, een onooglijk stuk grond..."

Olivier Willemsen

Olivier Willemsen is schrijver. Zijn roman Roza stond op de shortlist Beste Boek voor Jongeren 2019. Eind dit jaar verschijnt zijn nieuwe roman.

Herinneringen van een dodenakkerbezoekster

Yagan Town
2150

Tijdlijn

2119

De eerste burgerkolonisten zetten voet aan wal. Het zijn Zuidzee-eilandbewoners, wiens land door de stijging van de zeespiegel verdwenen is.

Bekentenis van een vechtende nazaat

Een dagboekfragment

door Kiza Magendane

De Byrdland GCS Company

Bijlage C

door Mathijs Boom

2123

Vier jaar nadat de eerste kolonisten in de vorm van gerelocaliseerde Eilanders voet aan wal zetten op Antarctica komt nu ook de vrije of niet-gedwongen kolonisatie van Antarctica gestaag op gang.

Wilde Aardbeien

Aantekeningen bij een zeereis naar Antarctica

door Jan Postma

2127

2137

2141

2143

2144

2147

2150

2152

2156

2160

2170

2172

2173

De kolonisatie is flink opgeschoten. Er zijn grote steden, het 'daglichtprobleem' is opgelost en het gaat goed met de keizerspinguïn.

De oase Humboldt City

Gedurfder dan Boyan Slat. Een reportage over de technologische oplossingen voor de ontberingen van Antarctica.

door Louise Fresco en Simon Vink

2174

2189

2190

2198

2201

2209

2216

2218

2219

2223

2233

2250

2255

2265

2266

2400

2401

2410

Welkom op Project Antarctica! Op deze site bent u in 2419 en vindt u het archief van de kolonisatie van Antarctica die in 2119 begon. Dwaal over de kaart, struin door de tijdlijn en duik in de verhalen van de bewoners van Antarctica.

Geachte mevrouw Lesec, beste Angelique,

Twee weken geleden schreef ik u een sollicitatiebrief. Uit het bericht dat ik vanochtend uit uw naam ontving maak ik op dat de functies reeds vergeven zijn. Ik kan uiteraard niet anders dan uw keuzes respecteren. Wat ik echter niet begrijp, is hoe u iemand kunt afwijzen die u nooit ontmoette – of nee, laat ik het minder bescheiden formuleren: wat ik niet begrijp, is hoe u mij kunt afwijzen.

Laat mij, nu ik uw aandacht heb, er nogmaals op wijzen dat ik negen jaar werkervaring opdeed, lesbevoegdheden op niveau drie voor zowel ski als snowboard en snowsurf bezit – vooral dat laatste lijkt me voor u relevant, ik vernam dat u een snowsurfkom onder Mount Garan wilt openen en voorzover ik weet zijn er maar weinig andere werkzoekenden in deze omgeving met een snowsurfdiploma.

Bekijkt u mijn bijlagen, mevrouw Lesec, dan vraagt u zich misschien af waarom ik mijn vorige baan verloor. U moet weten dat het faillissement van onze Sledge Lodge geen kwestie was van wanbeleid, maar van pech. Eind 2148 raakten vier bezoekers met Clostridium Minehoucus 1De Clostridium Minehoucus-bacterie is vernoemd naar wetenschapper Michelle Minehouce die in 2115 voor het eerst over de ziekmaker publiceerde. De bacterie eiste tussen 2110 en 2150 zo’n tweehonderd levens op en rondom Antarctica. Men vermoedt dat de oeroude bacterie zich eeuwenlang schuilhield in het landijs van Australisch Antarctica, veilig verscholen in karkassen van poolmeeuwen die in een ver verleden, toen Antarctica een paar graden warmer was, in de bergen nestelden. Met het smelten van het ijs werd de bacterie weer actief en besmette Clostridium Minehoucus zowel mensen als dieren. Een grote uitbraak vond plaats op Chinees Antarctica, waar de bacterie rond 2130 de beschermde pinguïnkolonie van het veel bezochte Faxiàn-resort besmette en de populatie decimeerde. Omdat de incubatietijd een aantal uren en soms zelfs dagen betreft, is soms lastig te bepalen waar slachtoffers de bacterie opliepen. Vooral jonge kinderen zijn kwetsbaar voor besmetting en een uitbraak nabij een toeristische attractie kan funest zijn voor bezoekersaantallen. besmet – daarna is hier nooit meer iemand ziek geworden en daarvoor overigens ook niet, je zou dus denken dat de getroffen bezoekers hun infectie elders opliepen, maar vertel dat gezinnen met jonge kinderen die hier zo graag kwamen: ze bleven weg en wie kan het hen kwalijk nemen? Sledge moest worden gesloten. Zoiets kan u ook overkomen, ik kan me dus haast niet voorstellen dat u ons verhaal niet kent.

Dus: waarom liet u mij noch mijn oud-collega’s op gesprek komen? Lag het wellicht aan onze namen? Vooruit, laat me er niet omheen draaien. Wat ik me afvraag, mevrouw Lesec, is of u soms denkt dat Samoa’s niet kunnen skiën. In dat geval zit u er flink naast.

Ik was tien toen ik naar dit continent kwam. Mijn familie was een van de laatste gezinnen die Samoa verlieten. Anders dan veel mensen tegenwoordig denken betekende de vloedgolf van 2122 niet het einde van ons eiland. De kustbewoners waren toen al lang naar Antarctica vertrokken, de golf maakte nauwelijks dodelijke slachtoffers. Wel zette de ramp een groot deel van het binnenland onder water, gelukkig stonden onze huizen en voorzieningen toen al lang op stalen palen. De jaren daarna steeg het water wat, ook leek het volgens mijn vader soms ook wat te dalen. Al met al zou het nog acht jaar duren voor mijn familie de oversteek maakte – ach, u weet zelf ook hoe moeilijk het is om alles wat u lief is achter te laten.

De Eilanders die hier al langer wonen denken steevast dat mijn jeugd verschrikkelijk was. Zij denken aan hun eigen ondergelopen woonkamers, rottende bankstellen en de rellen rond de voedselschaarste, maar denk ik aan vroeger, dan denk ik vooral aan hoe we binnen zaten, ons huis een eiland op een eiland, een minuscule gemeenschap waar rellen zich beperkten tot de strijd om waar we ’s avonds op het familiescherm naar keken. In de winter van 2128 bleef het rustig in onze huiskamer. Mijn ouders, ooms en tante, broer en kleine zusje, we wilden allemaal maar één ding zien: De Olympische Winterspelen, voor het eerst hier, op Antarctica georganiseerd. Eerder dat jaar was oom Fetu vertrokken naar Yagan Town.

Wellicht verklaarde dat een deel van onze fascinatie; ik kan niet ontkennen dat mijn aandacht, bij de zoveelste afdaling van de rodelbaan, ook naar de hoofden in het publiek ging – wie weet stond daar iemand tussen, mijn oom of mijn schoolvriendje Rangi, met sjaals in onze landskleuren. Hoe dan ook werd ik die winter gegrepen door sneeuwsport. Skispringen, snowboarden – snowsurfen was nog geen Olympische discipline, wel deed men nog aan bobsleeën –: gek genoeg waren het niet de deelnemers die me het meest fascineerden, eerder waren het de locaties, die gigantische gladde, witte glijbanen die mijn dagdromen beheersten.

U moet weten, mevrouw Lesec, Angelique: ik had nog nooit sneeuw gezien. Bij ons was alles water; een onbetrouwbare, instabiele en met wat pech ziekmakende substantie. Sneeuw, daarentegen, biedt houvast en geeft vaart, oogt rein, bovendien. Ik was dolblij toen mijn moeder me vertelde dat we naar Antarctica zouden verhuizen en ik zag mezelf, mijn lichaam, al van die immense ijsbanen afsuizen, hoger dan de schommels op onze speelplateaus me ooit zouden kunnen dragen.

Toen we hier in 2130 aankwamen waren de dingen anders dan ik me had voorgesteld. Vanuit het raam van het zoemende busje 2Aan de kust van Australisch Antarctica wordt het openbaar-vervoernetwerk rond 2130 gedomineerd door zelfrijdende elektrische busjes, afdankertjes uit Australië, aangedreven door een enigszins verouderde lithiumbatterij. dat ons van de kust naar Yagan Town bracht oogde Antarctica niet wit en glad, maar kaal en drassig als het land dat we nota bene net hadden moeten verlaten. Wit waren alleen onze hoge, rechthoekige gezinswoningen, droog, ook dat, met voor elke voordeur een stukje gras. Mijn zusje en ik waren desalniettemin opgetogen, de huizen deden ons denken aan het vakantiedorp waar we jaren eerder een winter hadden doorgebracht toen onze eigen woning op Samoa waterklaar gemaakt werd; die huizen waren veel luxer dan we zelf gewend waren, ze stonden op heuvels in plaats van op palen, en die eerste paar weken op Antarctica voelde het of we weer op vakantie waren – tot we onze meegebrachte boeken uit hadden, de weinig enerverende omgeving verkend was en onze haren permanent stijf stonden van het chloor in het plaatselijke zwembad. Toen begonnen we te verlangen naar een thuis dat er niet was.

Mijn ouders kampten ondertussen met hun eigen ongemakken. U moet weten: mijn vader was een matai 3De Samoaanse gemeenschap is van oudsher georganiseerd volgens een matai-systeem, waarbij matai staat voor familiehoofd. Matai waren de afgelopen eeuwen vaak grootgrondbezitters en bekleedden politieke functies. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt het Samoaanse matai-systeem flink ondermijnd door de massale emigratie van jongeren. Politici worden echter nog altijd matai genoemd, ongeacht hun functie binnen de familiegemeenschap. waar wij vandaan kwamen. Hij bekleedde een hoge politieke functie, dat is waarom we zo lang bleven. Op Antarctica waren de politieke functies reeds vergeven. Men hechtte hier geen waarde aan de status van mijn vader, al respecteerde men zijn ervaring: binnen een maand gaf hij leiding aan twee bouwketen ten noorden van Yagan Town. De machinewerkers daar dronken whiskey om warm te blijven, mijn vader was nu de boeman die hun flacons afpakte. Hij vond het vreselijk dat zijn mannen kwaad over hem spraken maar bewaarde zijn weerwoord voor zijn familie: ‘Lui zijn jullie’, riep hij steevast wanneer hij thuiskwam: ‘Ga naar buiten, ga dit land bewoonbaar maken!’

Ze zeggen dat wij Eilanders dit continent met onze harten en onze passie gebouwd hebben, maar ik weet niet of dat waar is. Net zo goed bouwden we met onze hebzucht en onze verveling en de meesten van ons bouwden helemaal niet, maar bleven in dikke jassen binnen zitten.
Ondertussen vroeg ik mijn moeder haast dagelijks wanneer we sneeuw gingen zien. Echte sneeuw, niet die paar weifelende vlokken die zo nu en dan op ons gazon neerstreken. Zodra het zomer is, zei zij dan – dus ik wachtte en wachtte op zomer, op bloei en zonnestralen, maar het hele jaar door bleef het koud. Sommige maanden was het hooguit wat minder donker.

Het was mijn tante die me, voor mijn twaalfde verjaardag, dan eindelijk naar het Olympisch dorp bracht. We namen de hyperslide naar het westen, een reis van nog geen 45 minuten. Bij de eindhalte stapten we uit, het was nog kouder dan thuis maar dat gaf niet, ik liep, nee, ik rende meteen richting de voet van de berg, waar de Olympische schans toen nog stond. Ik was hier nooit eerder geweest. En nooit eerder had ik door de sneeuw gelopen, maar zodra ik met mijn volstrekt ongeschikte schoenen in de drassige plasjes stond voelde elke gedachte aan Yagan Town – ons gele bankstel en gevlochten kleed, de kunstige rafels aan de gordijnen in de kamer die ik met mijn zusje deelde – als een verre herinnering aan een tijdelijk onderkomen. De schans, Mount Garan, de rodelbaan even verderop en de strook eigele bungalows met laminaatdaken 4Halverwege de 21ste eeuw raakt plantaardig laminaat in zwang, maar het materiaal wordt pas echt massaal in productie genomen als men rond 2060 de gewassen die als grondstof voor het laminaat dienen zodanig genetisch manipuleert dat meerdere oogsten per seizoen mogelijk zijn. Decennialang wordt plantaardig laminaat gebruikt voor de bouw van allerhande objecten: huishoudelijke apparatuur, verpakkingen, vervoermiddelen, balkons, daken, complete keukens. Vanaf de jaren tien van de 22ste eeuw boet het materiaal in aan populariteit, de laminaatdaken van de bungalows in het Olympisch dorp zijn een nostalgische knipoog naar de huisjes uit het dorp van de voorlaatste spelen, in 2100 gehouden in Bombay.; dit waren de plekken die ik als kind gezien had, ja, dit was het dorp waar ik als achtjarige uren had doorgebracht, en de kraampjes zoete deegwaren en de gloednieuwe resortpoorten, zelfs de Chinezen en Europeanen in hun felle heattechgewaden, het voelde allemaal vertrouwder dan de plek waar ik de afgelopen twee jaar had gewoond – snap je dat?

Zodra mijn ouders het toestonden ben ik hierheen verhuisd. Ik heb twee stages gedaan, talloze certificaten behaald, op drie plekken lesgegeven: al jaren woon en werk ik op de plek waar u net aankwam.

Beste mevrouw Lesec, ik heb begrepen dat er nauwelijks nog natuursneeuw is waar u vandaan komt. Ik snap dus wat u hier komt doen, de lucht, de hemel heeft u hierheen gedreven, zoals ze mijn familie, mij, en mijn collega’s hierheen dreef. U bent maar een paar jaar ouder dan ik, dus waarschijnlijk kent ook u deze plek uit uw jeugd, keek u in 2128 met uw moeder naar Mount Garan. In dat geval delen we een vroege herinnering, zijn u en ik zussen, in zekere zin. En wij zijn niet in ballingschap, wij zijn thuis – betekent thuis zijn niet dat er geen andere plek is om naar terug te keren?

Mijn voorouders kenden een eeuwenoud gebruik, de 'ava-ceremonie', waarbij zij naasten uit hun kom lieten drinken. Mevrouw Lesec, Angelique: ik reik u mijn kom, mijn tauau, en ik schud u de hand: O le agatonu lena o le fesilafaiga i le afio mai o le malaga fesilafa'i e lenei nu'u ua usi nei o le a faasoa a e tula'i se Tautu.

Mijn vraag aan u, mijn zus, mijn thuisgenoot: wat biedt u mij nu?

Hoogachtend,
Elei Leapama

1

De Clostridium Minehoucus-bacterie is vernoemd naar wetenschapper Michelle Minehouce die in 2115 voor het eerst over de ziekmaker publiceerde. De bacterie eiste tussen 2110 en 2150 zo’n tweehonderd levens op en rondom Antarctica. Men vermoedt dat de oeroude bacterie zich eeuwenlang schuilhield in het landijs van Australisch Antarctica, veilig verscholen in karkassen van poolmeeuwen die in een ver verleden, toen Antarctica een paar graden warmer was, in de bergen nestelden. Met het smelten van het ijs werd de bacterie weer actief en besmette Clostridium Minehoucus zowel mensen als dieren. Een grote uitbraak vond plaats op Chinees Antarctica, waar de bacterie rond 2130 de beschermde pinguïnkolonie van het veel bezochte Faxiàn-resort besmette en de populatie decimeerde. Omdat de incubatietijd een aantal uren en soms zelfs dagen betreft, is soms lastig te bepalen waar slachtoffers de bacterie opliepen. Vooral jonge kinderen zijn kwetsbaar voor besmetting en een uitbraak nabij een toeristische attractie kan funest zijn voor bezoekersaantallen.

2

Aan de kust van Australisch Antarctica wordt het openbaar-vervoernetwerk rond 2130 gedomineerd door zelfrijdende elektrische busjes, afdankertjes uit Australië, aangedreven door een enigszins verouderde lithiumbatterij.

3

De Samoaanse gemeenschap is van oudsher georganiseerd volgens een matai-systeem, waarbij matai staat voor familiehoofd. Matai waren de afgelopen eeuwen vaak grootgrondbezitters en bekleedden politieke functies. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt het Samoaanse matai-systeem flink ondermijnd door de massale emigratie van jongeren. Politici worden echter nog altijd matai genoemd, ongeacht hun functie binnen de familiegemeenschap.

4

Halverwege de 21ste eeuw raakt plantaardig laminaat in zwang, maar het materiaal wordt pas echt massaal in productie genomen als men rond 2060 de gewassen die als grondstof voor het laminaat dienen zodanig genetisch manipuleert dat meerdere oogsten per seizoen mogelijk zijn. Decennialang wordt plantaardig laminaat gebruikt voor de bouw van allerhande objecten: huishoudelijke apparatuur, verpakkingen, vervoermiddelen, balkons, daken, complete keukens. Vanaf de jaren tien van de 22ste eeuw boet het materiaal in aan populariteit, de laminaatdaken van de bungalows in het Olympisch dorp zijn een nostalgische knipoog naar de huisjes uit het dorp van de voorlaatste spelen, in 2100 gehouden in Bombay.